Goede schoenen

Goede schoenen kunnen voetklachten voorkomen. Met schoenen die slecht passen of schoenen van slechte kwaliteit kunt u voetklachten krijgen, zoals: een pijnlijke voorvoet, hallux valgus (de grote teen staat scheef), scheef staan van andere tenen, likdoorns, eeltplekken, blaren. Ook wordt de kans op vallen groter door bijvoorbeeld te gladde zolen. Goede schoenen kunnen niet altijd voetproblemen voorkomen. Maar als u voetklachten heeft, kunnen goede schoenen ervoor zorgen dat de klachten net erger worden en zelfs afnemen.

Goede schoenen zijn schoenen met de juiste pasvorm. Dat betekent niet te lang, maar zeker niet te kort. De tenen moeten niet klem zitten, maar u moet ook niet schuiven in de schoen. Over de wreef van de voet en aan de zijkanten moet de schoen mooi aansluiten. De schoen mag niet zo strak zitten dat na een tijdje de kleine teen als een knobbel door het leer zichtbaar wordt. De buitenzool van de schoen is belangrijk voor grip op de ondergrond. Of u nu op asfalt, klinkers, bosgrond of op parket loopt, de voeten moeten stevig in de schoenen staan. De zool mag niet te glad zijn. Goede schoenen zijn gemaakt van materiaal dat lucht en vocht doorlaat: materiaal dat ‘ademt’. Vocht moet weg kunnen, zodat de sokken geen natte dweilen worden. Leer ademt over het algemeen het beste. Er zijn ook moderne kunststoffen die ademen.

Koop schoenen aan het einde van de dag. De voeten kunnen in de loop van de dag dikker worden. Pas altijd beide schoenen in de winkel. Bijna niemand heeft voeten die precies even groot zijn. Koop de schoenen die het beste bij de langste voet past. Bij het verstrijken van de jaren worden de voeten iets groter. Zorg ervoor dat de hak niet hoger is dan 2 vingers (maximaal 4 centimeter). Kijk of riempjes, bandjes, klittenband of veters de schoen goed vasthouden over de wreef. De zool moet van rubber zijn of een ander stroef materiaal. Zo mogelijk met een profiel.

Neem de schoen in de hand voor een klein testje:
Is de schoen rond de hiel stevig? Voel met de duim of de achterzijde van de schoen in te drukken is. Buigt de schoen waar de tenen buigen wanneer u op de tenen staat? Let er op of de zool buigt op de plaats waar de tenen buigen tijdens het lopen. Dat is ongeveer bij de bal van de voet. Probeer de neus en de hak van de schoen in tegengestelde richting te draaien. Gaat dit moeilijk, dan is de zool stevig en dus goed. De schoen moet een duimbreedte langer zijn dan de voet. Breed genoeg, maar niet te breed. Let er op dat tijdens het lopen de tenen niet naar voren schuiven. Kijk of de tenen nog een beetje omhoog te bewegen zijn bij het staan.

Dit onderwerp is behandeld in Tijd voor MAX op 10 februari 2015.