Last van een loopneus? Hier kan het door komen en zo komt u ervanaf

We hebben er allemaal weleens last van: een loopneus. Wie last heeft van allergieën weet er alles van. Maar soms ontstaat hij op de fiets of als u buiten een wandeling maakt. Hoe komt dat en kan het kwaad?

Allergische reactie

Wie last heeft van allergieën, zoals hooikoorts, heeft vaker met een loopneus te maken. De pollen in de lucht of bijvoorbeeld huisstofmijt irriteren de slijmvliezen in de neus. Die worden dikker en maken slijm aan. Hierdoor gaat de neus dichtzitten of het snot loopt er vanzelf uit. De één moet direct niezen, de ander krijgt er een loopneus van (of soms allebei). Maar een loopneus kan ook ontstaan zonder dat er een allergische reactie plaatsvindt.

Lees ook: Verkouden? Hierdoor houdt uw verkoudheid mogelijk langer aan

Door kou

Bijvoorbeeld door kou. Want als het koud is en u gaat naar buiten, dan doet onze neus er alles aan om die warm te houden. Het slijmvlies zwelt op om de neus te verwarmen, waardoor er snot wordt geproduceerd. Als het echt koud is, is de lucht vaak ook droger, waardoor de slijmvliezen in de neus uitdrogen. Dat is ook het geval als het waait. Ze gaan dan extra hard aan het werk om de neus toch vochtig te houden waardoor een loopneus ontstaat. Vooral mensen die hardlopen, stevig doorfietsen of intensief bewegen buiten als het kouder is, hebben er sneller last van. Het verschil met de lichaamstemperatuur en de temperatuur buiten is dan een stuk groter.

Overigens doen onze traanbuizen ook driftig mee. Want als het heel koud is slaat die kou op de buisjes, waardoor ook die hard aan het werk gaan om onze ogen vochtig te houden. Voor u het weet rollen de tranen over uw wangen.

Kan een loopneus kwaad?

Niet als de loopneus wordt veroorzaakt door de kou. In feite is het een natuurlijk afweersysteem en is er geen beter middel te vinden om ons te beschermen tegen virussen.

Lees ook: Verslaafd aan neusspray? Zo komt u er weer vanaf

Andere oorzaken

Een loopneus kan ook veroorzaakt worden door het (overmatig) gebruik van een neusspray. Deze mag u niet langer dan een week gebruiken, want het tast de slijmvliezen aan. Soms kan het een bijwerking zijn van een medicijn, bijvoorbeeld bij sommige pijnstillers of medicijnen tegen een hoge bloeddruk. Overleg eventueel met uw huisarts of er een ander medicijn is zonder deze bijwerking. Met het ouder worden kunnen we ook vaker last hebben van een loopneus, zonder aanleiding. Andere prikkels zijn bijvoorbeeld parfum, een sterke luchtverfrisser, rook van kaarsen of sigaretten, verflucht of baklucht.

Wat is er tegen een loopneus te doen?

In veel gevallen gaat een loopneus vanzelf weer voorbij. Er zijn wel een aantal dingen die u er voor die tijd tegen kunt doen:

• Vang het ergste vocht op met een klein propje toiletpapier of papieren zakdoek en vervang dit zo nodig enkele keren. Dit werkt beter dan vaak de neus snuiten, want daarbij komt er steeds veel druk op de holtes te staan.
• Gebruik bij voorkeur een neusspray zonder xylometazoline. Dit verdunt de slijmvliezen namelijk en kan bij langer gebruik juist voor een loopneus zorgen.
• Stoom boven een pan met warm water of neem een warme douche. Door bevochtiging van de slijmvliezen worden de klachten tijdelijk verlicht. Snuit na het stomen de neus eenmalig leeg.
• Vermijd zoveel mogelijk prikkels die (allergische) reacties veroorzaken.
• Laat als u rookt dit achterwege en vermijd ruimtes waar anderen roken.
• Drink geen of zo min mogelijk alcohol.
• Probeer grote temperatuurverschillen te vermijden.
• Smeer een zalf met natuurlijke zouten. Dit bevochtigt het neusslijmvlies en tegelijk herstelt het de natuurlijke zoutbalans in de neus.
• Bent u een liefhebber van pittig eten, dan is het de moeite waard om uit te proberen of dit de klachten vermindert. Vaak zal de loopneus eerst erger worden, maar daarna verminderen de klachten meestal. Dit komt doordat overtollig vocht versneld de neus verlaat en de neus erna opener aanvoelt.

Heeft u chronisch een loopneus, bijvoorbeeld veroorzaakt door een scheef neusschot of holteontstekingen, neem dan contact op met uw huisarts en kijk samen of er een behandeling  mogelijk is.

(Bron: Thuisarts, Quest, Mens en Gezondheid, Isala)