Schaamte over urineverlies houdt ouderen tegen naar de huisarts te gaan

Naar schatting verliest een miljoen ouderen wel eens urine en schaamte daarover zorgt ervoor dat veel van die mensen geen hulp zoeken. Terwijl er in de meeste gevallen best wel wat aan te doen is.

Urge incontinentie

Op donderdag 22 september houdt de Continentie Stichting Nederland de Nationale Plasdag, waarbij extra aandacht gevraagd wordt voor incontinentie. Neurowetenschapper Gert Holstege, die namens de stichting spreekt geeft aan dat in het geval van ‘urge incontinentie’ er de drang is om te plassen of te poepen en dan komt het ook meteen. “Dan wordt het leven aanzienlijk minder aangenaam”, geeft hij aan.

Hersenziekte

Ouderdomsincontinentie is een hersenziekte, stelt Holstege, die is verbonden aan de universiteiten van Groningen en de Australische stad Brisbane. “De blaas zelf is niet overactief, maar die krijgt signalen van de hersenen. Normaal gesproken geven de hersenen het signaal ‘nu niet’ als je moet plassen maar je zit net iets te doen waarbij dat niet mogelijk is. Pas als je op de wc zit, zeggen je hersenen: nu kan het. Maar veel ouderen hebben hersenproblemen, hele kleine bloedinkjes die vrijwel niet te zien zijn, maar het zijn er wel duizenden. Als je een beetje pech hebt wordt het systeem onderbroken en komt die ‘nu niet’-boodschap niet meer aan.”

Schaamte

Het belangrijkste probleem bij incontinentie is dat het zo is omgeven met schaamte, stelt Holstege.”Voor andere hersenziektes hoef je je niet te schamen, maar hier omheen hangt een taboesfeer. Terwijl er best wat aan te doen is, lijden veel mensen zonder dat het nodig is.”

Blaastraining

“Het wordt vaak ten onrechte beschouwd als horend bij de leeftijd”, geeft Dokter Ted aan. “Heel vaak is er echter wat aan te doen. Blaastraining bij een fysiotherapeut die daarvoor heeft doorgeleerd, helpt in de helft van de gevallen. Soms is een operatie nodig, voor een verzakking bijvoorbeeld. Maar als blijkt dat er geen genezing mogelijk is, is advies over opvangmateriaal zinvol. Er zijn prima hulpmiddelen voor. Kortom, niet mee doorlopen, maar naar de huisarts!”

(Bron: ANP, Dokter Ted)