Nierstenen
Ongeveer 1 op de 20 Nederlanders krijgt in zijn of haar leven te maken met nierstenen. Mannen meer dan vrouwen. Wat zijn de symptomen van nierstenen en nog belangrijker: hoe komt u er vanaf?
Kristallen
In de nieren wordt het bloed gefilterd. Deze afvalstoffen worden in de urine uitgescheiden. Via het nierbekken en de urineleiders gaan deze stoffen naar de blaas en via de plasbuis naar buiten. In de urine zijn de afvalstoffen erg geconcentreerd. In een geconcentreerde oplossing klonteren de afvalstoffen soms samen en kunnen kristallen neerslaan. Die kristallen kunnen aangroeien tot stenen.
Verschijnselen van nierstenen
De nieren zitten helemaal achter in de buik, links en rechts tegen de rug aan, vlak achter de onderste ribben. Als daar een steentje klem komt te zitten, dan voelt u dat aan één kant in de rug, in de zij. Wanneer het steentje lager in de urineleider zakt, tegen de blaas aan bijvoorbeeld, dan verplaatst zich de pijn naar onderin de buik met een uitstraling naar de lies.
Als een steentje vast komt te zitten, probeert het lichaam het weg te drukken. De urineleider klemt dan om het steentje heen. Dat is zeer pijnlijk en omdat het zich steeds herhaalt, krijgt die pijn een wee-achtig karakter. Dat soort pijn heet koliekpijn, hevige pijn in golven. Galstenen gaan ook gepaard met koliekpijnen. Omdat de steentjes vaak scherpe randjes hebben, kan de wand van de urineleider gaan bloeden. Dan kan er bloed bij de urine zitten. Dit is niet altijd te zien met het blote oog, maar wel bij een onderzoek door de dokter.
Wanneer zijn nierstenen een probleem?
Ongeveer 1% van de mensen heeft een niersteen, maar niet iedereen heeft er last van. Soms zit een steentje rustig in een hoekje in de nier en groeit niet. Kleine steentjes, kleiner dan 5 millimeter, worden vaak vanzelf uitgeplast. Na 2 maanden is 90% weg. Dat kost een paar pijn aanvallen, maar dan komt het er wel uit. Met een echo is de voortgang van het steentje te volgen. Bij een heftige koliekpijn kan een pijnstillende injectie of zetpil verlichting bieden. Er bestaat ook een middel om de wand van de urineleider wat te ontspannen. Wanneer de steen onderzocht moet worden, is het aan te raden door een zeefje te plassen. Zo kunt u de steen opvangen. Als een steentje vastloopt, kan de urineleider verstopt raken en op den duur de nier aantasten zodat die niet meer werkt.
Vroeger werd gezegd dat u bij een niersteenaanval veel moest drinken en in beweging moest blijven. Dat is niet meer zo. Veel drinken kan juist een pijnaanval uitlokken. Soms komt er een ontsteking bij, nierbekkenontsteking, met hoge koorts en pijn bij het plassen. Dat moet snel verholpen worden, want dat kan gevaarlijk zijn. Als de steen eenmaal geloosd is, is het wel zinvol om veel te drinken. Herhaling van steenvorming kan dan worden voorkomen. Een speciaal dieet is ook niet nodig.
Operatie
Vroeger waren niersteenoperaties grote operaties, want men kon er niet makkelijk bij. Tegenwoordig vergruist men de niersteentjes van buitenaf. Eerst wordt heel precies de steen gelokaliseerd met een röntgenfoto of een echo en vervolgens worden van buitenaf schokgolven erop afgevuurd. Wel 3000 keer achterelkaar. Zo’n schokgolfje voelt u wel, maar is goed te bestrijden met een pijnstiller. Door de vele schokjes valt het steentje uit elkaar. Veel kleine schokjes hebben dezelfde uitwerking als een harde klap. Deze ingreep kan alleen bij stenen kleiner dan 2 centimeter
Lukt het niet om te vergruizen dan kan een laserstraal gebruikt worden. Via de blaas en de urineleider wordt een dunne draad ingevoerd waardoor laserstralen op de steen kunnen worden afgevoerd. Met een klein grijpertje worden de stukjes naar buiten getrokken. Als de steen in het nierbekken zit, wordt vanaf de rug een gaatje gemaakt en de steentjes met een boortje verpulverd. Deze ingreep gaat onder volledige narcose.
Dit onderwerp is besproken in Tijd voor MAX op 9 november 2010.