Nierfalen
De nieren zijn onze zuiveringsmachine; ze scheiden de afvalstoffen uit de urine. Maar wanneer de nieren het werk niet meer aankunnen en de afvalstoffen zich ophopen, kan nierfalen ontstaan.
Afvalstoffen en hormonen
Die nieren filteren het bloed en scheiden de afvalstoffen uit in de urine. Ze zorgen ervoor dat de hoeveelheid vocht in het lichaam constant blijft. Wanneer we veel drinken, scheiden de nieren veel vocht uit. Drinken we weinig dan is de urine veel geconcentreerder en dus donkerder. Maar de nieren doen meer: ze maken ook een hormoon dat de bloeddruk regelt en een hormoon dat voor de bloedaanmaak zorgt. Soms vallen de nieren plotseling uit, door een ernstige ziekte of na een operatie. Dan hopen de afvalstoffen zich op. Daar kunt u erg ziek van worden. Soms gaan de nieren geleidelijk minder werken wat u minder snel merkt. Pas als de nierfunctie onder de 30% komt, krijgt u daar last van.
Nierfalen
In sommige families komen cystenieren voor: een soort blazen in de nieren die het normale nierweefsel verdringen. In de loop van het leven gaat de nierfunctie dan achteruit. Het kan ook komen door ontstekingen van het nierweefsel, door een ernstige nierbekkenontsteking of na een keelontsteking. Soms zit een niersteen in de weg, waardoor de urine niet kan afvloeien en dan werkt de nier ook niet meer. Maar meestal wordt nierfalen veroorzaakt door diabetes of hoge bloeddruk. Daardoor gaan de bloedvaten naar de nieren dichtzitten. Ook roken, overgewicht en een hoog cholesterolgehalte geven vernauwing van de bloedvaten naar de nier. Tenslotte kunnen bepaalde medicijnen de nierfunctie aantasten, bijvoorbeeld NSAID’s als Ibuprofen. Daarom controleert de huisarts jaarlijks de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk of diabetes. Dat gaat via een bloedonderzoek, waarbij gekeken wordt hoeveel afvalstoffen in het bloed achterblijven en via onderzoek naar eiwit in de urine. Als de nier achteruitgaat, dan houdt die het eiwit niet goed vast in de bloedbaan en dan komt dat in de urine terecht. Het is normaal dat de nierfunctie met de leeftijd achteruit gaat, maar als het teveel wordt, gaan we proberen de achteruitgang te voorkomen.
Symptomen
Als de nierfunctie achteruit gaat merkt u in eerst instantie niet veel: de nieren hebben een forse reservecapaciteit. Als 70% van de nierfunctie verloren is gegaan, kan het zijn dat u vocht vasthoudt: de enkels worden dan dikker of u krijgt het benauwd. Op den duur krijg u bloedarmoede last van moeheid, misselijkheid en jeuk.
Behandeling
Het belangrijkste is om verdere achteruitgang tegen te gaan. Rookt u? Dan is stoppen van groot belang. Kom in beweging; 5 keer in de week minstens een half uur. Verder gezond en gevarieerd eten, met veel fruit en groente en weinig zout. Afvallen tot een gezond gewicht helpt ook om de nierfunctie zo goed mogelijk te houden. Met medicijnen moet de bloeddruk laag gehouden worden, maar ook de suiker en het cholesterol moeten zo laag mogelijk zijn. En medicijnen die de nierfunctie kunnen schaden moeten vermeden worden. De dosering van sommige medicijnen moeten worden aangepast. Breng daarom altijd de apotheker op de hoogte van de verminderde nierfunctie.
Als de nierfunctie onder de 10% komt, moet de functie worden overgenomen door een kunstnier of een nieuwe nier van een donor. Die laatste methode heeft de minste problemen, maar donornieren zijn moeilijk te krijgen. Soms kan een familielid een nier afstaan; men kan namelijk heel goed met één nier leven.
Dit onderwerp is besproken in KoffieMAX op 25 januari 2012.