Duur 04:21
Gepubliceerd op 21 oktober 2014

Nekhernia

Een hernia is een uitpuiling die in principe overal kan zitten. Een liesbreuk heet officieel ook een hernia. Maar als we het over een nekhernia hebben spreken we meestal over een uitpuiling van een tussenwervelschijf. Maar wat is het precies en is het te genezen?

Schijven

Door de wervels loopt het ruggenmerg, dat is de uitloper van de hersenen. Tussen elke wervel treden zenuwen uit naar buiten, links en rechts. Die zenuwen gaan naar de huid, zodat we kunnen voelen en naar de spieren zodat we kunnen bewegen. Tussen de wervels zitten schijven. Die zijn gevuld met een soort gel die is opgesloten in een ring. Die tussenwervelschijven zorgen ervoor dat de wervels een beetje kunnen bewegen. De rug kan daardoor zwiepen en krommen in alle richtingen. Daardoor veert het een beetje en dat hebben we nodig omdat we rechtop lopen. Als de ring om de gel een opening krijgt, dan komt die zachte kern van de schijf naar buiten puilen. Als dat bovenaan, bij de nek gebeurt, spreekt men van een nekhernia.

Nekhernia

Iedereen heeft wel eens last van de nek: een stijve nek of wat gespannen nekspieren. Dat heeft niks met een hernia te maken. Een nekhernia kan iedereen in principe krijgen; soms is het wat familiair. Misschien dat slijtage een rol speelt en er daardoor een zwakke plek in die ring ontstaat. Of dat er aangeboren een zwakke plek zit. Of dat het overbelasting is. Sommige beroepen zijn erg nekbelastend, tandartsen bijvoorbeeld zitten vaak met een rare draai in iemands mond te kijken. Voor hen is het een soort beroepsziekte. Of soms komt het door een raar trauma.

Een nekhernia hoeft helemaal geen klachten te geven. Soms wordt bij toeval een hernia op een scan gezien terwijl die persoon nergens last van heeft. Het belangrijkste is dat het pijn kan doen. Hoofdpijn, in de nek en de schouder, maar het is vooral vervelend omdat de pijn uitstraalt naar de arm. Een soort schietende pijnen. Omdat die hernia op de zenuw drukt, gaat die ook minder goed functioneren. Eigenlijk net zoiets als wanneer men op de arm heeft geslapen. Dan krijgt men tintelingen in de arm en hand. Bovendien voelt men de vingers minder en krijgt dove plekken aan de toppen. En als die beknelling van die zenuw aanhoudt, gaan de spieren ook minder bewegen en raken wat verlamd. Dat kan bijvoorbeeld de triceps zijn, de spier die de arm laat strekken. Men kan dan minder goed de rug afdrogen bijvoorbeeld. De dokter kan dat ook onderzoeken met zo’n hamertje dat de reflexen meet.

Behandeling

Net zoals de rughernia, gaat de nekhernia in 9 van de 10 gevallen vanzelf over. Het kan wel een paar maanden duren en het kan erg pijn doen. Meestal zijn er flinke pijnstillers nodig, soms zelfs morfine. Het kan soms helpen een halskraag te dragen en de fysiotherapeut kan oefeningen aanleren om de spieren zo sterk mogelijk te maken en om een houding te zoeken die het minst pijn doet.

We willen in zo’n geval wel zeker weten waar de hernia zit. Dat is niet te zien op een gewone röntgenfoto, wel op een scan, een CT-scan of een MRI. Als de pijn maar aanhoudt, of als de verlammingen te erg worden of als de hernia op het ruggenmerg dreigt te gaan drukken, dan kan de neurochirurg of de orthopeed de hele tussenwervelschijf weg halen. Zo’n tussenwervelschijf kunnen we wel missen. Die wervels groeien dan aan elkaar vast of ze doen er een soort cement tussen. De nek wordt daar nauwelijks minder beweeglijk van. Dat doen ze in Nederland zo’n 1500 keer per jaar. Van achteren of vanaf de voorkant, dat maakt niet zoveel uit. Meestal kun men een dag later weer naar huis en verder revalideren. Natuurlijk heeft elke operatie risico’s, van een nabloeding of een ontsteking, dus we doen dat echt pas als het niet meer gaat. Maar dan helpt het ook meestal wel.

Terugkomen

Het kan terugkomen, ook na een operatie, maar gelukkig niet zo vaak. Niet op de zelfde plek, maar een wervel erboven of eronder. Dan is die uitstralende pijn net weer wat anders. Eigenlijk is er weinig aan te voorkomen. Niet in rare houdingen werken, maar dat is meestal moeilijk te vermijden.

Dit onderwerp is besproken in Tijd voor MAX op 21 oktober 2014 en op 27 april 2010.

Geef een reactie

Bekijk ook

Meer