Liesbreuk
Mannen hebben meer kans op een liesbreuk dan vrouwen. Dat komt omdat vrouwen een andere anatomie van het lieskanaal hebben. Maar wat is een liesbreuk precies?
Uitstulping
Een liesbreuk is een uitstulping van het buikvlies in de liesstreek, de grens tussen bovenbenen en onderlijf. De uitstulping ontstaat doordat er een zwakke plek of een opening, ook wel de breukpoort, in de buikwand zit. Het buikvlies en wat buikinhoud (meestal vetweefsel, soms een stukje van de darm) komen als het ware door de breukpoort ‘naar buiten’. Dit veroorzaakt een zwelling in de lies. Een liesbreuk verdwijnt nooit vanzelf. De breuk kan wel groter worden en meer klachten veroorzaken. Een operatie is dan nodig om de liesbreuk te verhelpen.
Bij mannen zit in de lies een zwakke plek in de buikwand. Dat komt omdat de ballen ontstaan in de buikholte en in de loop van de groei van de vrucht afzakken naar het scrotum. Daarvoor moeten ze door de buikwand heen naar buiten. Soms lukt dat niet goed en dan hebben jongetjes soms bij de geboorte ogenschijnlijk maar één bal. Die zit dan echter nog in de buikholte of in het lieskanaal en kan operatief naar buiten getrokken worden. Bij kinderen blijft ook soms die opening open en dan is er bij de geboorte al een liesbreuk of een waterbreuk als er vocht in zit.
Typische mannenaandoening
Een man heeft 30% kans om in zijn leven een liesbreuk te ontwikkelen. De meeste liesbreuken ontstaan tussen het 50e en 60e levensjaar. Vrouwen hebben, door een andere anatomie van het lieskanaal, veel minder vaak een liesbreuk dan mannen. Van alle 30.000 liesbreukoperaties die jaarlijks worden verricht, wordt slechts 5% uitgevoerd bij vrouwen. Globaal genomen zijn er drie typen liesbreuken, waarvan er zich twee bevinden in het lieskanaal en één ter hoogte van het dijbeen, de zogenaamde dijbeenbreuk. Vrouwen hebben vaker een dijbeenbreuk dan mannen en die wordt nog wel eens over het hoofd gezien.
Behandeling
Er zijn 2manieren om een liesbreuk te opereren: de klassieke methode waarbij een sneetje wordt gemaakt in de lies, en de kijkoperatie. Beide technieken maken gebruik van een matje om de zwakke plek in de buikwand aan de binnenkant af te dekken. Een kijkoperatie gaat via een kleine opening in de buik en een cameraatje van binnen en heeft als voordeel dat het herstel na operatie korter is dan bij een klassieke, open liesbreukoperatie. Daarnaast komt chronische pijn na zo’n kijkoperatie minder vaak voor.
Wanneer u er geen last van heeft dan kunt u de liesbreuk laten zitten, al wordt de breuk vaak op den duur wel groter. Bij baby’s kan een breuk ook nog spontaan herstellen. Na een operatie houden sommige mensen last van pijn of last met vrijen. Dat komt dan omdat er een zenuwtje knel zit in het litteken. Met een injectie of soms met een nieuwe operatie kan dat verholpen worden.
Door niet te veel te persen en een te dikke buik kan ook leiden tot een liesbreuk. Er zijn ook breukbanden te koop, die de zwelling naar binnen drukken. Daar maken artsen soms gebruik van als mensen echt niet geopereerd kunnen worden.
Laat bij twijfel altijd de huisarts naar de liesbreuk kijken en overleg of in dit geval opereren zinvol is. Als de zwelling niet terug te duwen is en veel pijn doet, kan de breuk bekneld zijn en dan is het zinvol snel naar de huisarts te kan. Anders kan de darmlis bekneld zitten en dat moet gelijk geopereerd worden.
Dit onderwerp is besproken in Tijd voor MAX op 15 november 2011.