Huisartspraktijk moet inkrimpen voor goede zorg

Om de zorgkosten te drukken wil de overheid dat huisartsen meer taken van ziekenhuizen overnemen. Maar om die zorg te kunnen blijven verlenen moet volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) het aantal patiënten per huisarts met ruim 20 procent omlaag. 

Uitbreiding taken

Volgens de LHV zitten de wachtkamers van huisartsen overvol. De afgelopen jaren heeft de huisarts er steeds meer taken bijgekregen. Ziekenhuizen sturen patiënten sneller naar huis, waardoor de nazorg bij de huisarts terecht komt. Ook ouderen doen vaker een beroep op de huisarts nu zij langer thuis blijven wonen.

Geld voor huisartsenzorg blijft op de plank liggen bij zorgverzekeraars

Ondanks de volle wachtkamers in de huisartspraktijk, maken de huisartsen het overheidsbudget niet op. Sinds de invoering van een nieuw bekostigingssysteem worden huisartsen volgens een bepaalde methode betaald. Zorgverzekeraars keren het niet uit voor de huisartsenzorg. Huisartsen zelf hebben door gebrek aan tijd geen mogelijkheid om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Volgens de LHV levert de huisarts veel en goede zorg voor maar een fractie van de totale zorgkosten (ongeveer 4 procent). “Het geld moet dus niet op de plank blijven liggen, maar worden geïnvesteerd in het huisartsenteam en de praktijk”, aldus LHV-bestuurslid Paulus Lips.

Meer huisartsen nodig in de toekomst

Gemiddeld hebben huisartsen 2170 patiënten. Als er in de toekomst een nog groter beroep op de huisarts wordt gedaan, dan moet dit aantal naar beneden. Volgens de LHV moet dit de komende jaren stapsgewijs verlaagd worden naar ongeveer 1800 patiënten. “Het lukt om goede zorg te blijven geven als dokters meer tijd kunnen besteden aan hun praktijk en meer hulppersoneel inzetten. Een kleiner aantal patiënten per huisarts is dan noodzakelijk”, aldus dokter Ted van Essen.

(Bron: ANP/NOS)