Hoe zit het? Is het reëel om een vaccin te willen maken dat voor 90 procent of meer effectief is?
Publicatiedatum: 9 februari 2021
Ogenschijnlijk simpele vragen zijn vaak het moeilijkst om te beantwoorden. In de rubriek Hoe zit het? proberen wij elke week het antwoord te vinden op zulke vraagstukken. Deze keer: is het reëel om een vaccin te willen maken dat voor 90 procent of meer effectief is?
Is 95 procent realistisch?
Elke dag is er wel iets nieuws te melden over vaccins tegen het coronavirus. Zo zijn de effectiviteitspercentages vaak onderwerp van gesprek. De prikken van de Amerikaanse farmaceuten Pfizer en Moderna beschermen na prik 2 tot wel 95 procent, terwijl het nog in ontwikkeling zijnde vaccin van Jansen ‘maar’ voor 60 procent effectief is. Is 95 procent effectiviteit altijd de norm tijdens het ontwikkelen van een vaccin? Of is het niet reëel om zo’n hoog percentage als doel te hebben?
Effectiviteit
Wij spreken hierover met Cécile van Els, immunoloog bij het RIVM en hoogleraar Vaccinologie aan de Universiteit Utrecht. Volgens haar is de effectiviteit van een vaccin – of het nu tegen COVID-19 is of niet – afhankelijk van een aantal factoren. “Je hebt eigenlijk 2 spelers als het gaat om effectiviteit. Enerzijds moet je kijken naar welke immuniteit je wil opwekken door de vaccinatie. Welke afweer heeft het lichaam nodig tegen een ziekmaker? Welke afweer heeft het lichaam kunnen opbouwen? Dat kan erg verschillen per vaccin. Aan de ander kant moet je kijken naar de ziekmaker. Waar komt deze het lichaam binnen? En waarom word je ziek? Ook moet je kijken naar hoe snel de bacterie of virus zich kan aanpassen en of dat gebeurt. Dat spel bepaalt of het überhaupt mogelijk is om een effectief vaccin te maken.”
Hiv
Het is dus over het algemeen genomen moeilijker om een echt effectief vaccin te maken tegen een ziekmakende bacterie of virus dat steeds verandert. Zij noemt het hiv-virus als voorbeeld, de veroorzaker van de ziekte aids. “Hiv verandert zo snel van ‘jasje’ dat je eigenlijk steeds achter de feiten aanloopt.” Dat het zo moeilijk is om grip op dit virus te krijgen is ook mede de reden dat er na meer dan 35 jaar nog steeds geen vaccin is.
Verspreiding
Naast een snelle moleculaire verandering kan ook de manier waarop een virus of bacterie tot ziekte kan leiden de effectiviteit van een vaccin in de weg zitten. Van Els geeft een voorbeeld: “de bacterie die tetanus veroorzaakt zit voornamelijk in de grond en heeft 1 ziekmakend eiwit. Dat is uit te schakelen met een vaccin. Dan stop je het hele proces. Bij zoiets als mazelen of het coronavirus heb je te maken met virusdeeltjes die vrij door de lucht zweven. Dat maakt het veel complexer, omdat je eerst moet nagaan wat de besmettingsbron is en hoe het virus daar komt.”
Pneumokokken en griep
Daarnaast speelt de familiegrootte van een ziekmaker een rol. Neem bijvoorbeeld pneumokokken. Sinds het najaar van 2020 kan elke Nederlander van 60 jaar of ouder ingeënt worden tegen de 23 meest voorkomende types van deze ziekmakende bacterie. In totaal zijn er meer dan 90 pneumokokkentypes. “Tegen die 23 types werkt de prik goed, maar als er een variant uw lichaam binnendringt waartegen u niet bent gevaccineerd, kan die u alsnog ziek maken.”
Ook bij het griepvaccin is iets dergelijks aan de hand. Er zijn meerdere influenzavirussen die griep in de hand werken, onderling informatie uitwisselen en zich aanpassen. Het is niet met zekerheid te zeggen welk virus in het komend najaar de meeste ziektegevallen zal veroorzaken. Elk jaar moeten wetenschappers dus weer een nieuwe inschatting maken en aan de hand daarvan de beste cocktail kiezen. Als zij ernaast zitten, zal het vaccin dus minder effectief zijn.
Geen vanzelfsprekendheid
Al met al is het dus zeker geen vanzelfsprekendheid dat een vaccin altijd voor 90 tot 95 procent werkt. Zoals u heeft kunnen lezen is een infectieziekte soms niet eens te bestrijden met een vaccin of bemoeilijken andere factoren de weg naar hoge effectiviteit
Coronavaccins
Waarom het in het geval van het coronavirus dan wel zo snel is gelukt om een vaccin te maken dat schijnbaar tot wel 95 procent beschermt? “Dat is heel bijzonder, maar je ziet nu al wel de eerste problemen van een mismatch. De huidige vaccins zijn gebaseerd op het eerste virustype en het is niet zeker wat die vaccins doen tegen de andere varianten die nu opkomen. Het is ongelofelijk mooi om te zien dat het kan, maar we moeten dat virus nu op de hielen zitten en fabrikanten in staat stellen om de vaccins snel aan te passen.”
(Bron: ANP, RIVM, Cécile van Els)