Digitale toepassingen in de zorg nog weinig in trek onder ouderen

Het klinkt ideaal: per mail of beeldbellen een vraag stellen aan de (huis)arts of verpleegkundige. Of een verpleegkundige mee laten kijken bij een eenvoudig medische handeling. De digitale toepassingen in de zorg zijn sterk in ontwikkeling. E-health zou een uitkomst kunnen zijn voor steeds langer thuiswonende ouderen. Maar ondanks dat de meerderheid, 80 procent, dagelijks op internet te vinden is, zijn ouderen nog niet helemaal toe aan deze digitale ontwikkeling. Dit blijkt uit onderzoek door de KBO-PCOB. 

E-health

Patiënten van de meest uiteenlopende zorginstellingen kunnen tegenwoordig gebruik maken van een e-health-omgeving. Hier kan de persoon zelf de voortgang van de medische situatie noteren, zodat er beter maatwerk geleverd kan worden door de arts. Ook kunnen patiënten er soms terecht voor korte vragen aan bijvoorbeeld een huisarts of kan een verpleegkundige meekijken.

Geen idee

Uit het onderzoek van KBO-PCOB onder 1.700 ouderen, blijkt dat 7 op de 10 ouderen geen idee heeft wat e-health betekent. Op de vraag of zij per mail of beeldbellen contact zouden willen hebben met de (huis)arts geeft maar 32 procent dit te willen.

“Digitale toepassingen in de zorg bieden veel voordelen voor senioren”, stelt Manon Vanderkaa, KBO-PCOB-directeur. “Zo is beeldbellen met een huisarts in een aantal gevallen een prima alternatief voor een consult in de praktijk, en je bent niet afhankelijk van vervoer of het weer. Het aanbod vanuit de zorgkant laat echter nog te wensen over. Het stimuleren van zowel senioren als ook de zorgverleners is dus nodig om e-health tot een écht succes te maken.”

Niet negatief

Om e-health te laten slagen is beeldbellen van belang. De arts of verpleegkundige moet de patiënt wel kunnen zien. Alleen is het beeldbellen nog niet iets wat ouderen gebruiken. Maar 3 op de 10 doet dit. Toch staan ouderen er niet negatief tegenover. Zij zijn er nog onvoldoende bekend mee. Maar 2 op de 10 geeft aan absoluut geen gebruik te willen maken van e-consult. E-monitoring, het op afstand meekijken door een arts of verpleegkundige, kan wel op enthousiaste gebruikers rekenen. Bijna de helft zou hier gebruik van willen maken. Het kan een grote hulp zijn als er iemand meekijkt voor diabetespatiënten of bijvoorbeeld bij het meten van de bloeddruk.

Hoe vaardiger, hoe positiever

De e-patiëntendatabase lijkt wel iets voor de oudere patiënt. Maar liefst twee derde van de ondervraagden wil graag toegang hebben tot de eigen medische gegevens. Hierbij speelt de computervaardigheid wel een rol. Hoe vaardiger, hoe positiever de houding ten opzichte van e-health. Dit geldt ook voor leeftijd; hoe ouder, hoe minder positief. Zo wil van de 80-plussers 35 procent gebruik maken van e-monitoring in vergelijking met 60 procent bij de jongere senioren van 65-70 jaar.

Digitale mogelijkheden benutten.

Volgens de KBO-PCOB is het voor zowel de gebruikerskant, als aan de kant van de zorgverlener, belangrijk dat de digitale mogelijkheden in de zorg benut worden. De oudere doelgroep moet meer bekend worden met de voordelen die e-health hen kan opleveren. Als zij daar hulp bij nodig hebben, dan moet die gegeven worden. Zorgverleners mogen de patiënten stimuleren om hun online diensten te gebruiken. De organisatie zelf stimuleert ouderen met het digitaal vaardig worden door de inzet van tabletcoaches en adviseurs.

(Bron: ANP/KBO-PCOB)