Dementie niet te voorkomen door gezonde leefstijl
Publicatiedatum: 28 juli 2016
Dementie bij ouderen is niet te voorkomen door extra goede zorg van de hart- en bloedvaten. Wetenschappers van het Amsterdams Medisch Centrum, AMC, concluderen dit na een groot en langdurig onderzoek onder Nederlandse ouderen.
Toeval
Het onderzoek is gedaan onder 3526 Nederlandse ouderen tussen de 70 en 78 jaar. Ze werden verdeeld in 2 groepen waarbij de ene groep standaard huisartsenzorg kreeg en de andere groep een vaatspreekuur werd aangeboden. Tijdens dit spreekuur is de bloeddruk gecontroleerd en zo nodig behandeld. De gehele observatieperiode heeft 6 tot 8 jaar geduurd. De onderzoekers vonden een bescheiden afname van nieuwe gevallen van dementie als gevolg van de intensieve vaatzorg. Dit verschil is zo klein dat die op toeval kan berusten. De beperkte winst komt volgens de onderzoekers doordat de standaardzorg in Nederland al van een hoog niveau is en aan de hoge leeftijd van de deelnemers.
Kleine stapjes voorwaarts
Hoofdonderzoeker prof. dr. Pim van Gool concludeert: ‘Preventie van dementie is blijkbaar een kwestie van kleine stapjes voorwaarts. Dankzij de langdurige inspanning van velen hebben we in dit onderzoek laten zien dat er geen magische oplossing voor het grijpen ligt. Maar ook hebben we nu concrete aanwijzingen bij welke ouderen het risico op dementie door deze aanpak enigszins verminderd kan worden.’
(Bron: AMC)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Uit dit onderzoek blijkt dus dat er preventief niet zoveel is te doen. Dementie is schijnbaar iets wat je “krijgt”of niét. Dementie discrimineert niet. Komt voor in alle gelederen van de bevolking, los van of door iemand al dan niet gezond is geleefd. Ik denk dat trouwens eenieder probeert zo gezond, dus ongehavend als maar mogelijk, door het leven te gaan. In mijn rol van thuiszorgmedewerker ben ik de afgelopen jaren al vaak met mensen in de verschillende stadia van dementie in aanraking geweest. En tot mijn grote spijt vond ik de meeste “verhalen” tragisch, schrijnend. Want als hulp in de huishouding ben je zeer beperkt in de mogelijkheden om “iets” voor deze mensen te doen. Tegen de werkopdracht in heb ik mij vaak minder bezig gehouden met het stoffen en lappen maar méér met zo goed mogelijk contact te maken. Diegene naar wie ik was toegestuurd was toch maar mooi zo’n hele morgen of middag aan mijn genade overgeleverd. En hoe zal dát zijn als je weerloos bent, angstig en onzeker? Ik heb, al was het maar die paar uurtjes in de week prioriteit gegeven aan de overdracht van het gevoel dat ik ze serieus nam, bloedserieus.
En mij is gebleken dat er veel waarde zit in dat leggen van contact en het nastreven van een gevoel van veiligheid. Wat ik, als ik de deur achter me sloot, niet kon doen is me al te erg laten bevangen door het gevoel dat in sommige “gevallen” het eigenlijk ondoenlijk is om deze mensen alleen te laten. Mensen die zo kwetsbaar zijn op goed geluk de nacht insturen in de hoop dat ze “het redden” tot de verzorgende of verpleegkundige zich meldt.
De mensen waar ik over spreek hoorden eigenlijk in een keurige, stabiele voorziening met goed gemotiveerd en fatsoenlijk betaald personeel. Het is zeer waarschijnlijk dat over die visie in Den Haag anders wordt gedacht. Daar liggen immers de antwoorden op de vragen rondom zorg voor demente mensen. Vaak is het antwoord dat men druk doende is met zorg op maat te leveren. Als u ’t niet erg vind noem ik het liever bezuinigingscriminaliteit.