Darminfectie
Elk jaar worden 680.000 mensen ziek van het eten van besmet voedsel. Het gevolg is meestal overgeven en diarree. Dat is nuttig, want daarmee wordt het verkeerde eten zo snel mogelijk uit het lijf verwijderd. Bij de meeste mensen gaat dat na een paar dagen weer over.
Noro Virus
De oorzaak is meestal een bacterie of een virus, bijvoorbeeld het Noro virus. Van een salmonella bacterie worden we doorgaans zieker dan van een buikgriepvirus. Als er sprake is van een vergiftiging ontstaat koorts en soms zit er bloed in de ontlasting. Ouderen en kleine kinderen zijn door hun verminderde afweer veel kwetsbaarder. Daardoor zijn ze ook vatbaarder voor de salmonellabacterie. Ze drogen ook sneller uit. Teveel vochtverlies is erg slecht, want dan functioneert het lijf niet meer goed.
Aan de ziekteverschijnselen is niet op te maken welke oorzaak de diarree heeft. Daar kan men alleen achter komen door de ontlasting te laten onderzoeken en op kweek te zetten. Er is dus eigenlijk niet veel aan te doen. Goed drinken en proberen zo normaal mogelijk te eten, helpt vaak al. Medicijnen, zoals antibiotica, helpen vaak niet tenzij duidelijk is om welke bacterie het gaat.
Salmonellabesmetting
Bijna de helft van de besmettingen komen door eten in een restaurant. Maar een klein deel komt door fouten die thuis worden gemaakt. Er zijn eigenlijk twee bronnen: vlees dat al besmet is omdat de dieren de bacterie dragen. Dat is bij kip vaak het geval. Deze besmetting is niet te vermijden door hygiënisch te werken, maar kan wel worden bestreden door het product goed te verhitten. Bij verhitting gaat de bacterie dood. Dat geldt ook voor besmette eieren. Het gevaar tot besmetting ontstaat wanneer rauwe producten in contact komen met bereide producten. Als men op de vleesplank de rauwe kip in stukken snijdt en daar vervolgens ook de groenten op snijdt, dan is besmetting onvermijdelijk. Dus houdt rauwe en gekookte producten altijd goed uit elkaar.
Het grootste risico dat er iets mis gaat met het eten is als we het verkeerd bewaren. Bacteriën hebben de neiging om zich te vermenigvuldigen. Hoe warmer hoe sneller. Wanneer een kliekje langzaam afkoelt, bederft het sneller. Maar ook in de koelkast bederft het. Bij ouderen gaat het vaak mis. Die vergeten soms dat er nog wat in de koelkast staat en hoe lang het dan al in de koelkast heeft gestaan. Dat is gevaarlijk. Bovendien zien ouderen minder goed, dus valt het minder snel op dat het eten er niet meer goed uit ziet. Ook de verminderde reuk speelt dan mee. Warm een kliekje in elk geval goed op, zodat eventueel ontstane bacteriën doodgaan.
Tip! Koel kliekjes snel af en bewaar ze afgesloten in kleine porties. Bewaar ze niet langer dan een paar dagen en verhit het altijd goed. Voedsel dat is ingevroren kan na ontdooien niet opnieuw ingevroren worden. Na het ontdooien van vlees, gaan de cellen kapot en ontstaat er vaak een plasje water. Daarin groeien de bacteriën snel. Pas als die gedood zijn door braden, kan het eventueel opnieuw ingevroren worden. Bevroren voedsel kan niet eindeloos bewaard blijven; ingevroren soep bijvoorbeeld maar drie maanden. Op bijna alle producten staat de t.h.t – datum. Die geeft de uiterste houdbaarheid aan.
T.h.t en t.g.t
T.h.t. staat voor ‘tenminste houdbaar tot’. De fabrikant garandeert de smaak tot die datum, maar men kan het product daarna ook nog prima gebruiken. Veel te vaak gooien mensen voedsel weg omdat de t.h.t. datum is verlopen, maar dat is niet nodig. T.g.t., ‘te gebruiken tot’, is wat dat betreft strenger; dat staat op erg bederfelijk etenswaar. Die producten dient met op de aangegeven datum weg te gooien. Kijk voor meer informatie over houdbaarheid buiten de koelkast, in de koelkast en in de vriezer op voedingscentrum.nl.
Dit onderwerp is besproken in Tijd voor MAX op 16 oktober 2012.