Chef de Mission: “De sporters zijn er klaar voor”
Publicatiedatum: 9 februari 2018
De Olympische Spelen staan op het punt van beginnen. Zorgt dat voor extra spanning bij de atleten, of zijn zij juist blij dat ze straks voor het oog van miljoenen mensen mogen laten zien wat zij waard zijn? Dit, en nog veel meer, vragen wij aan de Nederlandse chef de mission Jeroen Bijl.
Is het team klaar voor de aankomende Spelen?
“Ik denk van wel. Het traject dat zij hebben moeten doorlopen om op de Spelen te komen is heel zwaar en lang, waardoor ze er nu echt klaar voor zijn. Ik denk wel dat ze allemaal gespannen zijn, maar dat hoort er ook bij als je sport op dit niveau. Dat hoor ik ook terug van de mensen die dagelijks met ze werken. Deze sporters kijken altijd vooruit, naar de volgende wedstrijd.”
U benoemd de mensen die dagelijks contact hebben met de sporters. Heeft u zelf, nu de Spelen bijna een feit zijn, niet dagelijks contact met de sporters?
“Nee, ik heb maar 4 of 5 contactmomenten met de sporters per jaar. Zij zijn zo gefocust en werken vooral samen met hun coach, hun fysiotherapeut en de andere mensen om hen heen. In de weken in de aanloop naar de spelen zie ik de sporters wel geregeld, maar het is niet dat ik ze opbel voor een persoonlijk gesprek. ”
En hoe zit het met de sporters onderling? Hebben die veel contact met elkaar?
“Nu zij in PyeongChang zijn hebben ze veel contact met elkaar, maar in de weken daaraan voorafgaand niet. Toen waren er nog wedstrijden en dan zijn zij concurrenten van elkaar. Dat is overigens best een apart gegeven, want tijdens de zomerse Olympische Spelen zijn sporters veel minder concurrenten van elkaar omdat zij vaak samen trainen. Hier gaat het om schaatsers die allemaal bij andere teams zitten.”
Tot slot: u heeft net al verteld dat de sporters er helemaal klaar voor zijn, maar geldt dit ook voor uzelf?
“Ja, ik heb het allemaal in de hand voor zover dat kan. Ik ben in oktober 2017 al in PyeongChang geweest om het olympisch dorp te kijken en toen was het al bijna af. Ook de rest loopt zoals het zou moeten. Ik ben natuurlijk al eens eerder assistent chef de mission geweest, maar nu heb ik de eindverantwoordelijkheid, waardoor ik wel een grotere alertheid heb om alles goed te laten verlopen.”
Met dank aan Jeroen Bijl.