Artsen stellen lijst op met 1366 zinloze behandelingen
Publicatiedatum: 25 november 2016
Artsen moeten geen tijd meer steken in zorg die niet effectief is. De Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU), de koepel van acht umc’s, heeft daarom een gezamenlijke lijst gemaakt met met ruim 1300 niet-effectieve medische handelingen.
Geen wetenschappelijk bewijs
Voor deze 1366 verrichtingen bestaat geen wetenschappelijk bewijs dat ze echt helpen en kunnen soms zelfs schadelijk zijn voor de patiënt. Een derde van die behandelingen draait om diagnostiek, veertig procent om medicatie. Een kijkonderzoek bij knieklachten is bijvoorbeeld vaak niet nodig en patiënten met de longziekte COPD krijgen te vaak zware medicijnen die niet werken, zeggen de artsen. Niets doen kan in de deze gevallen soms de beste optie zijn. Veel zinloze behandelingen worden gedaan omdat artsen ze nu eenmaal ooit hebben geleerd, omdat hun collega’s het ook doen of omdat patiënten erop aandringen. In de databank voor medisch specialisten is sinds deze week de waarschuwing opgenomen dat terughoudendheid vaak de beste optie is.
Zorgkosten terugdringen
Medisch specialisten en andere zorgverleners kunnen de richtlijnendatabase raadplegen om te kijken wat ze het beste kunnen doen. Door het terugdringen van ‘zinloze’ behandelingen kan volgens de federatie ook veel geld worden bespaard. De zorgkosten bedroegen vorig jaar ruim 95 miljard euro. Dat is veertig procent meer dan tien jaar geleden. De koepel van acht academische ziekenhuizen (NFU) kreeg drie jaar geleden van minister Schippers het verzoek te onderzoeken hoe de gezondheidszorg betaalbaar kan blijven. Daaruit is het overzicht voortgekomen dat vandaag aan Schippers wordt overhandigd.
Niet bewezen effectieve zorg
Er zijn al verschillende projecten begonnen om in de praktijk minder zorg te leveren die niet bewezen effectief is. Daarbij kan het gaan om ingrepen of therapieën, maar ook om bijvoorbeeld minder aanvullende tests of het sneller verwijderen van urinekatheters of infuuslijnen. Het verspreiden van kennis en het bewerkstelligen van een gedragsverandering bij zorgverleners, patiënten en andere betrokkenen krijgen de komende jaren eveneens meer aandacht.
(Bron: ANP)