ADHD
ADHD wordt vaak in verband gebracht met kinderen die zich moeilijk kunnen concentreren. Maar er zijn ook ouderen met ADHD.
Aandacht tekort
ADHD is een afkorting van het Engelse ‘Attention Deficit and Hyperactivity Disorder’; in het Nederlands ‘Aandacht-tekort-stoornis’ met hyperactiviteit. Al zijn er ook vormen waarbij er helemaal geen hyperactiviteit is, maar mensen juist wat stil of terughoudend zijn. De term ‘aandacht tekort’ suggereert dat kinderen die ADHD hebben aandacht tekort komen. Dat klopt niet. Het betekent dat deze kinderen moeilijk hun aandacht bij een bepaald onderwerp kunnen houden.
ADHD heeft te maken met de overdracht van prikkels van de ene hersencel naar de andere. Bij die overdracht gaat iets mis. De afwijking is ook deels erfelijk. Het komt vaak voor dat een kind de diagnose ADHD krijgt en de ouder dan pas de symptomen bij zichzelf herkent. Zover bekend is 80% erfelijkheid. Ongeveer 20% van de oorzaken wordt door de omgeving veroorzaakt.
Er is geen eenvoudige bloedtest of foto waarmee ADHD is vast te stellen. Het meest zichtbaar is het gedrag in verschillende omstandigheden. Vermoedt u ADHD te hebben, zoek dan uit hoe u als kind was. Bij een consult wordt vaak aan volwassenen gevraagd hun ouders mee te nemen zodat die wat kunnen vertellen over het gedrag als kind.
Symptomen
De meest bekende is gebrek aan concentratie. Ook het maken van veel fouten, slecht luisteren, het werk niet afmaken, steeds praten, snel afgeleid zijn, moeilijk op de beurt kunnen wachten en impulsief iets ondernemen zijn veel voorkomende klachten. Mensen met ADHD hebben doorgaans moeite met de dagindeling en voelen zich rusteloos of praten aan een stuk door. Ze storten zich soms ook in gevaarlijke situaties. Volwassen patiënten zijn vaak heel spontaan, energiek, creatief en doortastend. ADHD kan dus ook heel positieve kanten hebben.
Er bestaat ook een vorm waarbij men helemaal niet druk is, maar juist stilletjes. De onrust zit dan wel in het hoofd, maar komt niet zo duidelijk naar buiten. Deze kinderen en volwassen lijden wel, maar worden minder vlug als ADHD herkent. Deze heel drukke kinderen en volwassenen kunnen zich bij bepaalde dingen, in stressvolle omstandigheden, heel goed concentreren.
Behandeling
Wat helpt is structuur. Een ADHD patiënt wordt vaak een coach toegewezen die uitlegt wat de kwaal inhoudt en hoe iemand er het beste mee om kan gaan. Een coach leert hen plannen, hoe met geld om te gaan en hoe hun huis op te ruimen.
Daarnaast zijn er medicijnen die goed helpen. Ritalin is de bekendste: in 2009 zijn er 500.000 recepten voor Ritalin uitgeschreven. Van Ritalin wordt men rustiger, kan men zich beter concentreren en is men minder snel afgeleid. De prestaties verbeteren en iemand is handelbaar voor de omgeving. Ritalin werkt echter maar een paar uur. Neem het niet voor de nacht, want het kan de nachtrust verstoren. Er bestaan ook medicijnen die langer werken, maar die zijn vaak duurder of worden niet vergoed door de zorgverzekeraar.
ADHD bij ouderen
Bij kinderen valt ADHD meer op. Wanneer kinderen naar de basisschool gaan moeten ze opeens stilzitten, werkjes doen, luisteren naar de juf en andere kinderen aan het woord laten. Zo’n 3-5% van de kinderen heeft daar moeite mee en krijgt uiteindelijk de diagnose ADHD. De laatste jaren is bekend geworden dat de kwaal bij een derde van die kinderen niet overgaat in de volwassenheid. Daarom komt het ook bij 1% onder de volwassenen voor. Bij volwassenen uit ADHD zich doordat zij doorgaans moeite hebben zich op hun taak te richten en vaak last hebben van onrust in hun hoofd.
ADHD bij kinderen komt vaker voor bij jongens. Het begint soms al in de wieg en het niet stil kunnen liggen bij het verschonen van de luiers. Sommige moeders herinneren zich zelfs dat de kinderen in de buik al druk waren. Kinderen met ADHD lopen vaak al vroeg en kunnen koppig zijn.
Op volwassen leeftijd komt het bijna net zoveel bij vrouwen als mannen voor. Vrouwen hebben vaker alleen concentratieproblemen en minder last van de hyperactiviteit. Ze kunnen zich moeilijk ontspannen. ADHD geeft ook problemen op andere terreinen, zoals het afmaken van een opleiding en vinden van werk. Sommigen mensen krijgen er psychisch kwalen bij of kunnen er zelfs depressief en angstig van worden.
Dit onderwerp in besproken in Tijd voor MAX op 7 september 2010.