Woonlasten in grote gemeenten dalen voor het eerst
Publicatiedatum: 3 januari 2017
De woonlasten in grote gemeenten dalen dit jaar. Huurders betalen 1 procent minder dan in 2016 en voor woningeigenaren gaat het om een daling van 0,2 procent. Dat maakt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen bekend.
Gemeentelijke belastingen
In de 38 onderzochte gemeenten woont 40 procent van de Nederlandse bevolking. De grootste daling van de woonlasten voor huiseigenaren, zoals ozb, afvalstoffen- en rioolheffing, is in Amsterdam met 3,7 procent (27 euro). In Deventer is de sterkste stijging van de lasten, met 4,5 procent (35 euro). De woonlasten voor huishoudens met een eigen woning zijn het laagst in Den Haag (549 euro) en het hoogst in Delft (845 euro). Het is voor het eerst sinds het begin van de metingen in 2002 dat de woonlasten dalen.
Huurders
Huurders zijn in Nijmegen het goedkoopst af. Zij betalen gemiddeld 58 euro aan woonlasten. In Zaanstad zijn ze met 562 euro het duurst uit. In de praktijk komt het per huishouden neer op een daling van een paar euro. Vooral de heffing voor afvalinzameling daalt. “Gemeenten weten dat goedkoper te regelen en weten afval te hergebruiken en dan dalen de kosten”, zegt onderzoekster Corine Houben van COELO.
Precariobelasting
Dat de gemeentelijke belastingen dalen, klinkt als goed nieuws voor de meeste huishoudens, maar toch zal een deel meer moeten gaan betalen. Dat komt doordat sommige gemeenten via de precariobelasting hun inkomsten op peil houden. Drinkwaterbedrijven en elektriciteitsbedrijven moeten via de precariobelasting betalen voor de ondergrondse leidingen. “Dat is voor gemeenten hartstikke makkelijk. Twee aanslagen naar het drinkwaterbedrijf en het elektriciteitsbedrijf versturen en er komen miljoenen binnen”, aldus Houben. “Die bedrijven rekenen die kosten door aan de klanten en zo komt de rekening toch bij de huishoudens terecht. Dat vertroebelt het beeld over de gemeentelijke lasten.”
(Bron: ANP, NOS)