Verhoging AOW-leeftijd levert overheid meer dan 1 miljard op

Door de verhoging van de AOW-leeftijd van 65 jaar naar 65 en 9 maanden, heeft de overheid in 2017 1,7 miljard uitgespaard. Dat blijkt uit berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Of er de komenden jaren ook zo’n besparing in zit, moet nog blijken. 

Geld besparen

In 2013 beslist de toenmalige regering dat de AOW-leeftijd moet stijgen van van 65 naar 67 jaar. Sindsdien stijgt de leeftijd waarop mensen AOW ontvangen elk jaar met een maand of een aantal maanden. In 2017 is de AOW leeftijd 65 jaar en 9 maanden, waardoor het kabinet 1,7 miljard heeft bespaard. In totaal is er vanaf 2013 4 miljard minder uitgegeven door de stijging van de AOW-leeftijd. Vermoedelijk zal er nog meer geld bespaard worden, want de AOW-leeftijd blijft stijgen als het aan het kabinet ligt.

Scepsis

Verschillende verzekeringsdeskundigen vinden de verhoging van de AOW-leeftijd echter een minder goed idee. De AOW-leeftijd is gekoppeld aan de levensverwachting, zodat alle Nederlanders ongeveer een gelijk aantal jaar van hun leven kunnen rekenen op de AOW. Omdat de levensverwachting niet zo hard stijgt dan verwacht, moet de AOW-leeftijd ook minder hard stijgen. In 2013 wordt besloten dat uiterlijk in 2021 de grens van 67 jaar moet zijn bereikt, maar volgens de deskundigen is 2026 een realistischer optie.

Lossen de besparen op?

De deskundigen zijn niet de enige die hier zo over denken. Ook het CBS laat in een eerder onderzoek zien dat lang niet iedereen op zijn 67e nog in staat is om te werken, zeker niet als diegene een lichamelijk zwaar beroep heeft. Volgens het statistiekbureau is het verstandig om de AOW-leeftijd voorlopig te laten ‘rusten’ op 66. Als de overheid dit advies in acht neemt, dan is het waarschijnlijk dat de 1 miljard die er in 2017 is bespaard, zo weer opgelost.

(Bron: CBS, ANP)