‘Pensioenkuil’ dreigt voor veertigers: wat is er aan de hand?
Publicatiedatum: 11 april 2024
Nederland staat aan de vooravond van de grootste pensioenhervorming in zijn geschiedenis. De omstreden nieuwe pensioenwet is in werking getreden, de pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om zich hierop in te stellen. Deze overstap lijkt niet voor iedereen voordelig uit te pakken. In een artikel in De Telegraaf komen we de term ‘pensioenkuil’ tegen, waarmee de huidige generatie veertigers te maken kan krijgen. Waar gaat het precies om?
Waarom is er een nieuwe pensioenwet gekomen?
Het Nederlandse pensioenstelsel heeft internationaal een hoog aanzien. In 2023 is het zelfs verkozen tot de beste ter wereld, volgens de Global Pension Index van het Amerikaanse adviesbureau Mercer. Maar het oude Nederlandse pensioenstelsel past niet meer bij de hedendaagse flexibele arbeidsmarkt, vinden critici die jarenlang hebben gewerkt aan een nieuwe pensioenwet. “Vroeger ging je ergens werken, bleef je daar 30, 40 jaar en kreeg je een gouden horloge en een pensioen”, vat politiek commentator Kees Boonman in Tijd voor MAX samen. “Maar het is nu zo dat mensen anders werken, een stukje in vaste dienst, een deel zelfstandig. Daar wil men die pensioenregeling op aanpassen.”
Daar komt bij dat pensioenen jarenlang niet geïndexeerd zijn (mee gestegen met de inflatie), vanwege strenge regelgeving. Jarenlang is daar een dekkingsgraad van minstens 110 procent voor nodig geweest. Oftewel: 110 euro reserve voor elke 100 euro die de pensioenfondsen uitkeren. De fondsen hebben samen vele miljarden euro’s aan reserves, maar deelnemers hebben daar niet direct van kunnen profiteren. Eind 2022 zijn de regels rondom indexatie al wel versoepeld, ondanks tegenvallende beleggingsresultaten. De vereiste dekkingsgraad voor een indexatie is gedaald van 110 naar 105 procent.
Wat gaat er precies veranderen?
Na jaren van politieke en maatschappelijke discussies is de nieuwe pensioenwet per 1 juli 2023 definitief aangenomen. De pensioenhervorming in het kort: de grote collectieve pensioenpot, gevuld met vele miljarden euro’s, maakt plaats voor miljoenen individuele pensioenpotjes. Daarnaast gaan we, grof gezegd, van een gegarandeerd pensioeninkomen naar een minder voorspelbaar pensioeninkomen. De exacte hoogte van het pensioen is namelijk deels afhankelijk van beleggingsresultaten.
Dit is een flinke operatie en de pensioenfondsen krijgen er tot 2028 de tijd voor. Want hoe gaan de talloze miljarden euro’s eerlijk verdeeld worden over de vele individuele pensioenpotjes? ‘Invaren’ is de vaak gebruikte term voor dit complexe proces, het overzetten van bestaand pensioenkapitaal naar het nieuwe stelsel. Oftewel: van een bestaande pensioenaanspraak, in de vorm van een afgesproken uitkering, naar een eigen pensioenkapitaal in het nieuwe stelsel.
Pensioenkuil en doorsneesystematiek, wat is dat?
‘Zorgen om pensioen bij veertigplussers: ‘Deze generatie loopt tot 100 miljard euro mis’’, kopt De Telegraaf in april 2024. De veertigers lijken namelijk de meeste pech te hebben. Voor de meeste twintigers en zestigers heeft de huidige pensioenhervorming, onder voorbehoud van slechte beleggingsresultaten of andere financiële tegenslag, weinig gevolgen. Zij zijn net begonnen met pensioen opbouwen óf hebben hun pensioen al bijna volledig opgebouwd. Maar de leeftijdsgroep 45-50 jaar zit precies in het midden van deze 2 uitersten. In het Telegraaf-artikel is deze positie dus omschreven als de pensioenkuil.
Dit heeft te maken met de doorsneesystematiek die in ons pensioenstelsel jarenlang gehanteerd is. Deze doornsneesystematiek gaat uit van het principe dat alle deelnemers aan een pensioenstelsel dezelfde pensioenrechten per inleg hebben, ongeacht leeftijd. De inleg van een 25-jarige is dus even hoog als die van een 65-jarige, ook al heeft de inleg van 25-jarigen meer tijd om in waarde te stijgen. Volgens de doorsneesystematiek leggen jongeren dus eigenlijk te veel in en ouderen te weinig. Dat hoeft geen probleem te zijn en dat wordt in de loop der jaren weer gelijkgetrokken. Tenminste, voor degenen die in hun hele werkzame leven bij hetzelfde pensioenfonds blijven. Want wie als jongere begint met pensioen opbouwen, bereikt als veertiger dit omslagpunt van ‘te veel’ naar ‘te weinig’.
Waarom worden juist veertigers getroffen?
Maar tegenwoordig is het een stuk minder gebruikelijk om jarenlang bij hetzelfde pensioenfonds te blijven. En het nieuwe pensioenstelsel maakt geen gebruik van deze doorsneesystematiek. Voor de huidige generatie veertigers komt de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel dus op een wrang moment. Zij hebben al jarenlang pensioen opgebouwd en moeten dat nog jarenlang doen. Maar halverwege hun werkzame leven krijgen ze opeens met andere regelgeving te maken, met een mogelijke pensioenkuil tot gevolg.
‘Afschaffing van de doorsneesystematiek kost huidige deelnemers tussen de 30 en 60 jaar zonder compenserende maatregelen tot ongeveer 10 procent van het aanvullend pensioen. In totaal vertegenwoordigt dit een waarde van ongeveer honderd miljard euro’, concludeert het Centraal Planbureau in 2014 al (PDF). Hoe die eventuele compensaties eruitzien, voor veertigers en andere leeftijdsgroepen die pensioeninkomsten mislopen, is nog een groot vraagteken. Sowieso is de hoogte van uw pensioenuitkering onzeker, omdat beleggingsresultaten van de pensioenfondsen een grotere rol gaan spelen in het nieuwe stelsel. Critici van het nieuwe pensioenstelsel spreken daarom van een ‘casinopensioen’.
(Bron: Archief, Tijd voor MAX, Acturaad, Centraal Planbureau, De Telegraaf, De Nederlandsche Bank, Werkenaanonspensioen.nl, APG, De Volkskrant, EenVandaag, NOS. Foto: Shutterstock)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
wat in de discussie vaak vergeten wordt (in feite bijna altijd): de wtp gaat over pensioenFONDSEN. er zijn velen die pensioen ontvangen van een pensioenVERZEKERAARS. deze hebben los van de wtp een heel ander reglement. en veel punten daaruit zijn middels (ook) achterhaald en daar verandert niets aan!?
Er wordt maar even voorbij gegaan aan de 75+die zijn jaren lang achter gesteld ! Die hebben 10 a 15 jaar niks er bij gehad ! En die hebben wel al die tijd gespaard , we gingen van een garantie pensioen van 70 % naar een gemiddelde over 4o/45 jaar dat ze gewerkt hadden ,in de eerste jaren voor een hongerloontje .daar hoor je niemand over ,die hebben nog honderden euro’s tegoed !
PS als ZZPer hoor je zelf voor je pensioen te sparen daar verdiende je naar
Een overheid die altijd waarschuwt dat je met beleggen al je geld kan verliezen.
Die overheid staat dit wel toe en waarom, omdat al het geld wat je gaat verliezen, naar die overheid gaat.
Daar is over nagedacht.
Met veel geld en het gaat om heel veel geld, kun je de aandelenmarkt beïnvloeden en dat is wat er gaat gebeuren.
Voorbeeld is een directeur die zijn aandelen verkoopt, die aandelen storten dan naar beneden omdat iedereen denkt, dat het niet goed gaat. Op het moment dat die aandelen veel in waarde zijn gedaald, koopt hij zijn aandelen weer terug en heeft zo tonnen verdient en ziet uit naar de volgende verkoop.
Die verdiensten gaan niet naar de pensioenopbouwers, maar gaan naar een ander potje die voor andere dingen gebruikt wordt.
En zo gaat de overheid zonder eigen risico hier flink aan verdienen.
“Daar komt bij dat pensioenen jarenlang niet geïndexeerd zijn (mee gestegen met de inflatie), vanwege strenge regelgeving. ”
Mijn pensioen is vanaf dat ik in 2013 met pensioen ging, elk jaar geïndexeerd. Niet met de volle inflatie maar dat hoeft ook niet en is bovendien nauwelijks financierbaar.
Dus bovenstaande bewering klopt zeker niet voor elk pensioenfonds.
Overigens is deze hele ombouw van ons prachtige pensioenstelsel het gevolg van de onkunde van de politici.
Ik stem niet op Omtzigt maar hij was ongeveer de enige die het dossier beheerste.
De rest liet zich leiden door de diverse lobbyisten.
Veel klagen over weinig indexatie in tijden met een lage inflatie, heeft ook tot domme acties van politici geleid. Want politici doen alles om maar weer gekozen te worden. Dus vooral wat de kiezer graag zegt te willen.
Zelfs al is dat uiteindelijk in het nadeel van die kiezer.
Wat ik eigenlijk niet begrijp is dat men spreekt over één collectieve pensioenpot maar meer dan één pensioenfonds. Deze pensioenfondsen geven verschillende indexatie-waarden en toch spreekt men van één collectieve pensioenpot. Deze pensioenfondsen zijn per vakgebied verschillend. Bouw, Klein – en Groot- metaal, Elektra waar overigens ook de automatiseerders onder vallen en de Zorg. Je kon niet kiezen als consument en pensioenpremie was vanaf een bepaalde leeftijd verplicht. In het verleden kon je nog wel een z.g. C- polis afsluiten dat was voor werknemers die nogal eens verhuisden van werkgever. Om een of andere duistere reden kon dat op een gegeven moment niet meer. En nu blijkt de pensioenpot ineens collectief te zijn misschien heb ik ergens een afslag gemist maar ik ben er altijd vanuit gegaan dat ik pensioen voor mijzelf betaalde en AOW premie voor de anderen. Die pot is wèl collectief. Kunt u het nader toelichten of de weg wijzen waar ik een duidelijke uitleg krijg?