Gemeentelijke woonlasten stijgen iets in 2018

Inwoners van 38 grote gemeenten in Nederland betalen in 2018 enkele euro’s meer aan gemeentelijke woonlasten. Het gaat om 1 tot 4 euro meer op jaarbasis, zo blijkt uit onderzoek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen.

Woonlasten stijgen

COELO vergelijkt jaarlijks de tarieven van de 38 grootste gemeenten van Nederland, waar ruim 40 procent van alle Nederlanders woont. Uit hun analyse van 2018 blijkt dat de woonlasten iets stijgen op alle fronten. Zo betalen huiseigenaren over het algemeen 4 euro meer aan onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Mensen die in een huurwoning wonen betalen gemiddeld 1 euro meer aan de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze laatste heffing wordt overigens niet in alle gemeenten doorberekend.

Het is niet ongewoon dat deze prijzen stijgen, want dit gebeurt bijna elk jaar. Het kan echter ook voorkomen dat de gemeentelijke kosten dalen, wat bijvoorbeeld in 2017 het geval is.

Opvallende verschillen

Hoewel de prijsstijging niet fors is, zijn de verschillen per gemeente wel opvallend. Zo verhoogt Apeldoorn de lasten voor huiseigenaren met 4,7 procent en betalen zij in 2018 32 euro meer aan de gemeente, terwijl in Arnhem de lasten juist dalen met 18 euro per maand. Apeldoorn vraagt ook van haar huurders 4,7 procent meer geld. In Middelburg worden de woonlasten voor deze groep met 20 euro verlaagd, waardoor deze gemeente op dit front de sterkste daling laat zien.

Hoeveel belastingen en heffingen een gemeente vraagt, is afhankelijk van veel factoren en verschilt per gemeente.

(Bron: Vereniging van Nederlandse Gemeenten, NOS)