Geld voor het oprapen
Publicatiedatum: 13 juni 2013
Op het pleintje voor MAX-Studio 23 in Hilversum parkeerde een man zijn zilvergrijze Mercedes Gullwing (topsnelheid 300 km, catalogusprijs: 262.900 euro). Nadat hij het linker vleugelportier naar boven opende, stapte hij kwiek en elegant uit. Even later zat ik met de fitte, resolute zestiger op onze redactie aan tafel. Het was juni 2011 en met collega Sjouke Rijper bereidde ik een aflevering van het discussieprogramma Hollandse Zaken voor. Onderwerp: de Pensioencrisis. Vele pensioenfondsen hadden kortingen op de pensioenen aangekondigd en in de euro-crisis rond Griekenland zouden Nederlandse pensioenfondsen opnieuw miljarden euro’s kunnen verspelen. Tijd voor een informatief en pittig gesprek in Hollandse Zaken. Dat we een van de machtigste mensen van de pensioenindustrie bereid hadden gevonden voor een voorgesprek naar Hilversum te komen, stemde mij hoopvol voor zijn medewerking aan de uitzending op zaterdag 2 juli.
Zijn naam: Ruud Hendriks. En verwar hem niet met de veel jongere Ruud Hendriks, radiopresentator en media-ondernemer. Oude Ruud vertelde ons openhartig over zijn werkzaamheden bij bedrijven die in de loop der jaren honderden miljarden Nederlands pensioengeld belegden: Robeco, Rodamco, Goldman Sachs, KKR en Citigroup. Hij verhaalde over provisies die hij voor zijn verschillende bazen en voor zichzelf bij Nederlandse pensioenfondsen in rekening kon brengen. Hij vertelde ons over ‘procentpunten’ als een percentage-achter-de-komma van het te beleggen pensioenkapitaal, over ‘performing fees’ (provisies gekoppeld aan beleggingswinsten), over hedgefondsen en over het verschil tussen beleggen en ‘fiduciair beleggen’. Ik luisterde met mijn oren op stokjes en maakte aantekeningen. Hendriks weet waarover hij praat.
Lopende het gesprek werd duidelijk dat de rekeningen die beleggers aan pensioenfondsen sturen duizelingwekkend hoog zijn. Simpelweg omdat het bedrag dat zij beleggen nóg duizelingwekkender is. Als je van een pensioenfonds voor wie jij 1 miljard euro belegt jaarlijks 0,25 % krijgt, betekent dat 2,5 miljoen euro. Stel dat je op dat geld de niet ongebruikelijke 10 procent rendement maakt (100 miljoen euro) en daarvoor de gebruikelijke provisie van 20 procent krijgt dan vang je nog eens 20 miljoen. Natuurlijk moet je je peperdure kantoor aan de Amsterdam-zuidas huren en wat personeelsleden 200.000 euro per persoon per jaar betalen. Maar voor jou als belegger stroomt het geld binnen.
Ik vroeg Ruud Hendriks of het niet gek is dat dat met andermans geld gebeurt. En of de verdiensten in de pensioenbeleggerswereld niet schril afsteken tegen de hoogte van een gemiddeld jaarlijks bruto pensioen. Bovendien kunnen die omzetten uitsluitend worden gemaakt, omdat Nederlandse werknemers verplicht hun premie afstaan. Hendriks’ antwoord was simpel: ‘Als je zelf ook veel geld wil verdienen, stap dan in deze wereld van pensioenbeleggers. Daar kan niets op tegen zijn. Ik zou niemand tegenhouden.’
Het geld ligt in de pensioenwereld voor het oprapen. Zo klonk Hendriks’ verhaal. Ruud Hendriks zou zijn verhaal in Hollandse Zaken van 2 juli 2011 komen vertellen. De afspraken waren gemaakt, zijn reiskostenvergoeding geregeld. Maar welke auto we die zaterdag ook het pleintje voor Studio 23 zagen op draaien, er zat geen Mercedes Gullwing tussen. Ruud Hendriks liet het afweten. Toen dacht ik: misschien moet ik die wereld van pensioenbeleggers eens gaan onderzoeken