De AOW-leeftijd is meegestegen met de levensverwachting, maar waarom daalt deze nu niet mee?
Publicatiedatum: 20 november 2024
De AOW-leeftijd is de afgelopen decennia stapsgewijs verhoogd. Inmiddels is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting, gebaseerd op CBS-prognoses. Maar waarom blijft de pensioenleeftijd in 2030 op 67 jaar en 3 maanden staan, ondanks de recente daling in levensverwachting?
AOW-leeftijd gekoppeld aan levensverwachting
De AOW-leeftijd is tegenwoordig gekoppeld aan de levensverwachting, waardoor de pensioenleeftijd automatisch stijgt als de levensverwachting ook stijgt. Voor elk jaar dat we gemiddeld langer leven, gaat de AOW-leeftijd 8 maanden omhoog. De prognoses van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn hierin leidend. Het CBS heeft op 8 november 2024 een prognose bekendgemaakt waaruit blijkt dat de levensverwachting voor 65-jarigen 20,96 jaar zal zijn in 2030. In een eerdere prognose rekende het CBS nog op 21,00 jaar. Sinds de coronapandemie is er sprake van oversterfte, waardoor de levensverwachting daalde. Hoewel deze sinds 2022 weer aan het stijgen is, gaat deze stijging minder snel dan verwacht. Vrouwen leven gemiddeld genomen langer dan mannen. In 2023 was dit verschil in levensverwachting voor 65-jarigen 2,2 jaar.
AOW-leeftijd vastgesteld tot 2030
Het kabinet stelt de AOW-leeftijd telkens voor een periode van 5 jaar vast. Eerder was deze leeftijd al bekend voor de jaren tot en met 2029, maar recent is dit ook voor 2030 bekendgemaakt door Eddy van Hijum, minister van Sociale Zaken. Voor de jaren 2025, 2026 en 2027 geldt de leeftijd van 67 jaar nog als moment waarop u recht hebt op staatspensioen. Als u deze leeftijd in 2028, 2029 of 2030 bereikt, moet u daar 3 maanden langer op wachten. Doordat de levensverwachting in de CBS-prognose licht is gedaald, stijgt de pensioenleeftijd in 2030 niet verder ten opzichte van 2028 en 2029.
Waarom daalt de pensioenleeftijd niet mee met de levensverwachting?
Hoewel u misschien blij bent dat de AOW-leeftijd niet verder stijgt, vraagt u zich wellicht ook af waarom deze niet daalt. Dit heeft er in eerste instantie mee te maken dat de levensverwachting niet daadwerkelijk daalt, de prognose van 2030 voor 65-jarigen is namelijk hoger dan die van 2023: 20,96 ten opzichte van 19,9 jaar. De stijging gaat alleen minder snel dan eerder verwacht, waardoor de huidige prognose voor 2030 lager uitvalt dan eerdere prognoses.
Een andere reden waarom de AOW-leeftijd niet daalt, is omdat het kabinet een ‘jojo-effect’ wil voorkomen. Vanwege de coronapandemie is de toename van de levensverwachting even gestagneerd, maar de algehele verwachting voor de toekomst is dat deze weer gaat stijgen. Als het kabinet de AOW-leeftijd nu zou verlagen naar 67 jaar, zou er in 2030 even een generatie zijn die eerder met pensioen mag, waarna de leeftijd in 2031 of 2032 waarschijnlijk weer opgehoogd zou worden.
Ook vreest het kabinet dat er te veel druk op de werkenden komt als de pensioenleeftijd daalt. Dit zou echter niet het probleem van de werknemers moeten zijn, zo vindt FNV-bestuurder Piet Rietman. “Personeelstekorten zijn het probleem van de werkgever en moeten niet op ons bordje worden geschoven. Werkgevers kunnen wat doen aan personeelstekorten met betere arbeidsvoorwaarden.”
Reactie vakbonden
Verschillende vakbonden zijn het er niet mee eens dat de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden blijft. “Wij zijn er tegen dat de AOW-leeftijd stijgt als de levensverwachting stijgt, maar dat dit omgekeerd niet zo is. Zolang dit niet is opgelost zeggen wij: bevries de AOW-leeftijd op 67. Geen week erbij.”, aldus FNV’er Piet Rietman. Hij heeft er echter niet veel vertrouwen in dat dit op korte termijn wordt opgelost: “Verschillende kabinetten achter elkaar doen er alles aan om werkenden te bestelen van een goede oude dag. Dit kabinet luistert zeker niet naar de werkenden. Ze luisteren naar de multinationals, die zoveel mogelijk mensen aan het werk willen hebben zodat zij meer winst kunnen maken. Ten koste van onze gezonde oude dag.”
CNV is het er ook niet mee eens en pleit ervoor om mensen die in 2028 met pensioen gaan ter compensatie een eenmalige betaling ter waarde van 3 maanden AOW te geven. “Een AOW-bonus voor circa 10.000 AOW-gerechtigden kost in 2028 euro circa 40 miljoen per maand. Dit bedrag is lager dan de ‘opbrengsten’ van de oversterfte. Een mooie compensatie voor al die AOW-gerechtigden die onterecht langer moeten doorwerken maar wel een lagere levensverwachting hebben. Zij kunnen dit bedrag bijvoorbeeld inzetten voor het vervroegen van hun pensioendatum”, aldus Patrick Fey, vicevoorzitter CNV en pensioenonderhandelaar in een persbericht van de bond.
(Bron: NOS, RTL, CBS, Rijksoverheid, NU.nl, PlusOnline, Business Insider, EenVandaag, CNV en FNV. Foto: Shutterstock)