‘AOW-leeftijd pas over 5 jaar omhoog’
Publicatiedatum: 6 juni 2018
In 2013 wordt besloten om de AOW-leeftijd te verhogen naar 67 jaar. In 2021 moet dit gerealiseerd zijn, stelt het kabinet destijds. Volgens verschillende verzekeringsdeskundigen is dit niet nodig, want de levensverwachting van 65-plussers stijgt minder snel dan verwacht.
‘Stijging AOW-leeftijd gaat te snel’
De stijging van de AOW-leeftijd is volgens de regering nodig om het staatspensioen betaalbaar te houden nu Nederlanders steeds ouder worden en dus langer gebruik moeten maken van de AOW. Daarom wordt besloten om de leeftijd gefaseerd op te hogen van 65 naar 67 jaar. Inmiddels is dit al opgeschroefd naar 66 jaar en volgens verschillende deskundigen kan dat best een tijdje zo blijven. Dit omdat uit berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de levensverwachting van 65-plussers minder snel stijgt dan de AOW-leeftijd. “De gedachte is dat de verhoging van de AOW–leeftijd de stijging van de levensverwachting compenseert”, zegt actuaris Daan Kleinloog in het Financieel Dagblad, de krant die met dit verhaal naar buiten komt. “Als het doel is dat alle generaties over een gelijk aantal jaren van hun leven een AOW-uitkering krijgen, dan gaat dit nu te snel.” Volgens de betrokken actuarissen moet de AOW-leeftijd niet in 2021 al uitkomen op 67 jaar, maar pas in 2026.
Gedeelde opvatting
Zij zijn lang niet de enige die hier zo over denken. Ook werkgevers- en werknemers vinden dat de AOW-leeftijd pas later opgevoerd moet worden. Zij vinden 2025 een realistischer optie dan 2021. Daarnaast wijst het CBS op de gevaren die de snelle stijging van de AOW-leeftijd met zich meebrengt. Volgens de organisatie kan lang niet iedereen langer doorwerken in goede gezondheid. Vooral voor mensen die zwaar lichamelijk werk doen, is dit lastig.
Omdat de overheid de ophoging van de AOW-leeftijd heeft gekoppeld aan de levensverwachting-cijfers van het CBS, ligt het in de lijn de verwachting dat de AOW-leeftijd de komende tijd daadwerkelijk op 66 jaar blijft staan. Een domper voor de overheid, want een vertraging kost ruim 1 miljard euro.
Hoe komt het dat de levensverwachting stagneert?
In dit artikel wordt gesproken over het niet verder ophogen van de AOW-leeftijd, omdat de levensverwachting onder 65-plussers stagneert. Volgens het CBS heeft dit mede te maken met de zware griepgolven van de afgelopen jaren. Zowel in 2017 en 2018 sterven er meer 65-plussers door de griep dan in 2016. In heel 2017 overlijden er per saldo ook meer mensen dan in 2016.
(Bron: RTL Nieuws, NOS, ANP, Nu.nl, Financieel Dagblad, Algemeen Dagblad)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Wat kunnen ze toch een draai geven aan de levensverwachting, met het argument: een griepgolf. … In werkelijkheid is er teveel weerstand van arbeiders in zware beroepen, die niet eens de pensioenleeftijd halen in goede gezondheid. Loonslaven die zich kapot moeten werken, zoals stratenmakers en bouwvakkers (er zijn méér zware beroepen), zijn al ver voor hun pensioen versleten. In de praktijk zijn al jaren lang de verkeerde mensen met vervroegd pensioen gestuurd, zoals ambtenaren bij de verschillende overheden. Lamzakken (in hogere salarisgroepen) die nooit een poot verzet hadden en ’s avonds naar de sportschool en tennisbanen moesten om hun energie kwijt te raken, gingen tien jaar eerder de VUT in, omdat de overheid van ze af wilde. Leraren (in hogere salarisgroepen) moesten de VUT in, en werden vervangen door (onderbetaalde) zij-instromers, omdat scholen wilde bezuinigen op salariskosten. En nu wilde de overheid iedereen (ook de loonslaven die echt arbeid leverden) langer laten werken. Dit bleek echter onmogelijk, en er zou een uitzondering moeten komen, of alle versleten loonslaven zouden naar de WAO moeten worden overgeheveld. Dit wordt te duur, of het zou positief uitpakken voor de loonslaven en beide resultaten zijn ongewenst. … Ik kan het weten, ik ben in 2008, op 55 jarige leeftijd afgedankt bij een overheidsinstelling (in een lamzakken baantje), terwijl ik nog jaren lang had kunnen functioneren. Maar ik was te duur, ik werd vervangen door een langdurig werkloze, voor minder als de helft van mijn salaris, evenals vele andere collegae.