MH17-nabestaande Loes van Heijningen doet haar verhaal
Publicatiedatum: 16 juli 2017
Loes van Heijningen-Gorter verloor haar zwager, schoonzus en neef tijdens de ramp met de MH17. Ze worstelde de afgelopen jaren met het verdriet en ‘de ramp na de ramp’. Ze heeft nu een manier gevonden om ermee om te gaan.
Het is een datum die in mijn ziel staat gegrift: 17 juli 2014. De dagen erna heb ik al vaak herbeleefd. De camping in Zuid-Frankrijk, het schreeuwen en huilen van mijn man en mijn zoon van 11 die zegt: “Mama, ik denk dat papa je nu meer nodig heeft dan ik.” Ik herinner mij de telefoontjes van en naar Nederland, het ongeloof van mijn man. Via internet vernamen we dat Erik, Tina en Zeger echt aan boord zaten van de MH17, het vliegtuig van Malaysian Airlines dat neergeschoten is boven de Oekraïne. Op dat moment besefte ik nog niet dat de MH17 voor altijd met ons mee zou vliegen.”
In één klap uit ons leven
“We bleven die vakantie in Frankrijk. Daar kwamen we de eerste schok te boven. Af en toe keken we naar de televisie van de Nederlandse campingeigenaren. Soms zochten we via internet naar informatie. We waren niet aanwezig op de eerste nabestaandenbijeenkomst in Nieuwegein. Ook waren we niet bij de aankomst van de eerste stoffelijke overschotten. Wij zaten met zijn drieën in Frankrijk en dachten aan de 3 familieleden die in één klap uit ons leven waren gerukt.”
Toen was de coulance verdwenen
“Weer thuis zijn we meteen gaan werken, net als veel andere nabestaanden. We probeerden in het ritme van de dag te komen, afleiding te zoeken, te overleven. Anderen konden gewoon niet aan het werk of mochten van hun werkgever niet aan de slag. Die eerste maanden was mijn werkgever, een grote zorginstelling voor verstandelijk beperkten, zeer coulant. Ik kon vrij nemen wanneer ik wilde en dat deed ik regelmatig. Voor DNA-onderzoek, voor herdenkings- en nabestaandenbijeenkomsten, voor de familierechercheurs die bij ons thuiskwamen. Noem maar op. Helaas was na een halfjaar de coulance verdwenen en moest ik alsnog mijn vrij genomen dagen compenseren. Ik was immers niet ziek en kreeg alleen de uren die in de cao stonden vrij geroosterd. In mijn geval ging het om 4 uur voor de uitvaart. Ik hoop dat mijn werkgever een uitzondering was.”
De kalender werd niet omgedraaid
“Het was voor ons alsof de tijd stilstond, terwijl het gewone leven rondom ons gewoon doorging. De kalender werd niet omgedraaid. We wachtten op nieuws over de identificatie. Erik was al vrij snel geïdentificeerd. De identificatie van Tina en Zeger liet langer op zich wachten. In september kwam het verlossende woord van de familierechercheurs. Tina en Zeger waren op dezelfde dag geïdentificeerd. Ik zie de familierechercheurs nog binnenkomen. Ze vertelden wat er was gevonden. Eigenlijk reageerden we heel rustig. We vroegen of ze mee wilden eten, maar dat sloegen ze af. Later vond ik dat zo netjes en gepast, want op dat moment ‘parkeerden’ we de mededeling. Pas later drong hun boodschap tot ons door. De familierechercheurs waren een rots in de branding. Wat zij vertelden was waar, geen speculaties of halve waarheden.”
We voelden ons indringers
“Het viel niet mee om steeds in het huis te komen van de omgekomen familie. Een huis dat achtergelaten was om na de vakantie weer in terug te keren. Een huis dat wachtte op de bewoners die er nooit meer zouden komen. De eerste keer dat we in het huis kwamen, was onbeschrijflijk. We hadden met de familie van Tina afgesproken dat we niets zouden verplaatsen. Omdat we niet in de keukenkastjes wilden zoeken naar vuilniszakken, hadden we zelf vuilniszakken meegenomen. Ik deed de vaatwasser open en daar zat een bord in, dik onder de schimmel. Dat moet Erik erin hebben gezet vlak voordat hij als laatste vertrok naar Schiphol. We voelden ons indringers en het was net alsof Tina, Erik en Zeger zo binnen konden stappen en ons om een verklaring zouden vragen waarom we daar waren. In de cd-speler zat de cd van Steve Harley. Het eerste nummer op de cd was The Last Goodbye. Zou Erik deze cd nog hebben beluisterd vlak voordat hij vertrok?”
Leedconcurrentie
“Alles samen met de andere familie regelen viel niet mee. Iedereen is aan het overleven en vervalt in oerinstincten zoals territoriumdrift. Rouwen kost enorm veel energie en dan moet je ook nog samenwerken bij het regelen van de uitvaart en het leegmaken van het huis. Bij vele gezinnen en families kun je dit de ramp na de ramp noemen. Een aantal families is hierdoor uit elkaar gerukt of hebben geen contact meer met familieleden of met de schoonfamilie. Ook ‘leedconcurrentie’ of ‘leedhiërarchie’ bleek veelvuldig onder nabestaanden voor te komen. Verbaal en nonverbaal leerde ik dit voor mij onbekende begrip kennen tijdens de bijeenkomsten met nabestaanden. “Ik heb meer recht op verdriet dan jij, ik ervaar meer pijn dan jij.” Maar rouwen en verdriet kun je niet naast een meetlat leggen. Als kiespijn al voor iedereen anders voelt, hoe moet je dan de pijn en het verdriet omschrijven van het verlies van een of meerdere dierbaren door het neerstorten van de MH17?”
Moord, doodslag of rampzalig ongeluk
“Ook de lokale bevolking lijdt mee. De dorpsbewoners, volwassenen en kinderen, die het vliegtuig hebben zien neerstorten, die de lichamen in hun tuinen en huizen hebben zien vallen, deze beelden die op hun netvlies zijn gebrand. Die hebben gedaan wat in hun mogelijkheid lag om de lichamen – en wat ervan over was – van onze geliefden te bergen. Ze werden veroordeeld, de eerste weken na de ramp. Zoals ze met de bezittingen van onze geliefden omgingen. Zijn de Russen schuldig of ligt het toch anders, meer complex en dieper? Natuurlijk, Rusland is betrokken, het bewijs geleverd, maar is het neerschieten van de MH17 moord, doodslag of een rampzalig ongeluk? Aan het verdriet doet het niets af, aan de woede evenmin. Maar voor onze gemoedsrust en verwerking is de waarheid belangrijk. Zou de, door premier Rutte beloofde, ‘onderste steen’ ooit boven komen? Een fors deel van de nabestaanden praat over moord, maar mijn man en ik geloven niet in moord, wij kunnen ons niet voorstellen dat het neerschieten van het vliegtuig met voorbedachten rade is gebeurd. Het vliegtuig is neergeschoten boven een oorlogsgebied. In een gevechtshandeling. Wij kunnen het niet anders zien dan een ongeluk, shit happens. Wij zaten al snel in de vergeving, terwijl veel andere nabestaanden tot op de dag van vandaag boos zijn en wraakgevoelens hebben, en het liefst eenieder die schuld heeft aan het neerstorten van het vliegtuig berecht zien of erger. Wraak blijft een moeilijke emotie, je mag en kan er zo weinig mee.”
Therapie voor onze zoon
“Eind oktober 2014 ging het steeds slechter met onze zoon. Hij was net naar de brugklas gegaan, maar haalde slechte cijfers, kon zich niet concentreren en moest regelmatig overstuur van school worden opgehaald. Op een nabestaandenbijeenkomst kwamen we in contact met Paul Boelen en Mariken Spuij van het Ambulatorium in Utrecht. Onze zoon bleek alle emoties van de ramp met de MH17 diep te hebben weggestopt, kon niet geloven wat er gebeurd was en hield zichzelf staande door zich voor te stellen dat zijn oom, tante en neef nog op vakantie waren. Door de rouw en het trauma raakte zijn werkgeheugen vol, waardoor hij niets meer kon onthouden, de oorzaak voor de slechte cijfers op school. Het verdriet was hem te groot. We zijn een halfjaar iedere week naar Utrecht gereden voor therapie voor onze zoon. Hij had als gevolg van de ramp enorme angsten. Tijdens een ritje in de metro van Amsterdam dook hij bij ieder station in elkaar. Hij was bang dat er iets vreselijks ging gebeuren. Toen ik zei dat papa en mama bij hem waren, zei hij: ‘Zegers ouders waren ook bij hem in het vliegtuig en toch is Zeger dood.’ Dat was een dieptepunt, dat je als ouders geen veiligheid voor je net 12-jarige zoon kunt bieden.”
Tasten naar de zin van verder leven
“Robbert, mijn man en ik waren actief in verschillende werkgroepen van de stichting vliegramp MH17. Wij hebben daarin vele betrokken nabestaanden leren kennen, met ieder hun eigen verhaal en verdriet. Wij hebben hierdoor van dichtbij met veel bewondering en respect kunnen zien hoe veerkrachtig nabestaanden zijn en weer hun leven trachten op te pakken, soms met succes maar ook helaas met blijvend diep verdriet, tastend naar de zin van het verder leven, hunkerend naar een glimp van verloren vreugde. We zijn ervaringsdeskundigen geworden en ik ben, nadat ik mijn baan mede door de MH17 ben kwijtgeraakt, een studie verlies- en rouwbegeleiding gaan volgen aan de Academie voor Geesteswetenschappen.”
Dankbaarheid
“We zijn dankbaar dat onze omgekomen familie in Hilversum woonde. We hebben ons omarmd gevoeld door de inwoners tijdens de stille tocht en de herdenkingsbijeenkomst in de Vituskerk op 17 augustus 2014. De enorme betrokkenheid van burgemeester Pieter Broertjes met zijn ambtenaren, van pastoor Jules Dresmé, de warme steun van de vele Hilversummers, het monument met de zonnebloemen in Hilversum in het Dudokpark: ja… dat biedt troost.
Naast alle ellende en verdriet zijn er ook de waardevolle, te koesteren aspecten voortgekomen vanuit het verdriet van de MH17. Zo hebben wij meer verdieping in ons leven gekregen en zijn Robbert en ik meer naar elkaar gegroeid. Helaas waren niet alle relaties bestand tegen dit grote verdriet. We staan nu anders in het leven, genieten intenser en zijn dankbaar voor de vriendschappen die zijn ontstaan met voorheen voor ons wildvreemden. Het verdriet blijft groot, het onrecht moeilijk verwerkt. Toch is er meer. We ademen weer, wij lachen weer, het leven gaat door – met de MH17 voor altijd aan ons verbonden.”
Zondag 16 juli 2017 zendt MAX om 20.10 uur op NPO 2 Rouwen en Leven na de MH17 uit. In deze documentaire van Eric Blom ontmoet Frènk van der Linden familieleden en andere bekenden van mensen die omkwamen bij de ramp. Ook wordt de totstandkoming van het Nationaal Monument getoond.
(Bron: MAX Magazine nr. 28)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Onwaarschijnlijk moedig. Om zo helder op te schrijven wat het rampzalige ongeluk voor u betekent. Ik heb uw verhaal meerdere keren gelezen om de betekenis ervan zo goed als mogelijk tot me te laten doordringen. En net als in 2014 tijdens de eerste berichten in de journaals besef ik dat het me niet lukt. Het is, als voor de meesten onder ons, een gebeurtenis die eigenlijk ook niet is te bevatten. Misschien omdat we het onbewust eigenlijk niet willen. Want hoe moet je het er mee eens zijn dat dit soort zaken zich voordoen? Hoe geef je alle gevolgtrekkingen een plaats als ze zich steeds opnieuw aandienen in het koude, harde leven erná? In een tijd, een wereld, waarin zich ieder moment een MH18 aan kan dienen. Was het een militaire vlucht geweest waarbij tweehonderd soldaten zouden zijn omgekomen en op de daken en de akkers waren neergestort dan zouden hún families en dierbaren in een scenario zitten van haastwel onuitwisbaar leed. Ik vermoed dat u met recht spreekt over een ramp na de ramp. En dan doel ik op hoe, nadat alle stof is neergedwarreld, met u en zeer waarschijnlijk vele anderen is omgegaan. Werkgevers met een diepvriesmentaliteit. Politici die zich eerder profileerden dan verdriet werkelijk deelden. Mijn gedachte is dat de onderste steen van Rutte er niet komt. En dan is mijn vrees niet bedoeld voor Rutte. Evenmin voor de zichzelf belangrijkmakende smoelen in kranten, politiek of actualiteitenprogramma’s. Ook ik heb naar de zeer indrukwekkende beelden van de thuiskomst gekeken. Ook ik stond in de menigte langs de weg naar de kazerne. Dus ook ik nam deel aan de “collectieve” nationale rouw. Omdat het iets was wat je diep raakte. Maar in de dagen erna heb ik wel eens bedacht dat voor de direkt betrokkenen de ramp nog lang en hard zou nagalmen. Zoals ik voor de destijds vermoorde Ruben en Julian bedacht dat hun moeder, ondanks die nationale belangstelling, moest verderleven. En ik vraag me regelmatig af hoe het met haar gaat, hoe haar werkgever het heeft gedaan. Of door onze samenleving een dergelijk verdriet wel wordt “toegestaan”. Hoe begripvol de samenleving met haar verdriet is omgegaan toen het geen dagelijkse journaalbeelden meer opleverde. Zoals het zich laat aanzien schrijft u terecht dat hier sprake was van een ongeluk. Naar ik begreep was de radar van de installatie die de raket schoot incompleet, niet voldoende “verfijnd” om een onderscheid te kunnen maken tussen militaire en burgervliegtuigen. Dus hebben deze russisch georienteerde “strijders” niet willens en wetens gehandeld, niet bewúst geschoten op een niet militair vliegtuig. Zoals u zelf waarschijnlijk zult vermoeden was dit een ontzettende vergissing. Een met haast onmeetbare consequenties die zich nog heel lang zullen laten gelden voor velen die we niet zien of horen. En al diegenen zullen dóór moeten leven zoals het leven zelf ook almaar dóórgaat. En, zo lees ik, dat doet u. Ik hoop dat uw zoon de vorm zal vinden om ook weer te leven. Hij lijkt ouders te hebben die hem dat voordoen. Dat biedt hoop.
Bedankt voor die mooie woorden!