vruchtenvlaaitje

Vruchtenvlaaitjes van Robèrt van Beckhoven

Bij Robèrt thuis wilde niemand vroeger het bakkersvak van Robèrt’s vader overnemen. Het trok geen van de kinderen. Maar toen één van de bakkersknechten ziek werd, moest Robèrt invallen. De bakkersknecht was verantwoordelijk voor de vruchtenvlaaitjes. En zo is het vruchtenvlaaitje het eerste gebakje waarmee het voor Robèrt allemaal mee begonnen is. Hij gaf er direct zijn eigen signatuur aan door er seizoensfruit op te doen.

Ingrediënten:

  • 4-6 plakjes bladerdeeg
  • suiker om te bestrooien
  • 200 gram Zwitserse room
  • vruchtjes naar keuze, schoongemaakt en in stukjes
  • abrikozenjam

Voor de Zwitserse room:

  • 100 milliliter melk
  • 10 gram suiker
  • 10 gram custardpoeder
  • ½ vanillestokje
  • 100 milliliter slagroom, licht geklopt en gezoet
  • 1 blaadje gelatine, geweekt in ruim koud water 

Extra nodig:

  • siliconen bolmatje of 4-6 ovenbestendige kommetjes

Bereidingswijze:

Prik met een vork heel veel gaatjes in het bladerdeeg om te voorkomen dat het te veel gaat ‘werken’ bij het bakken. Bestrooi de plakjes bladerdeeg met suiker en leg ze over de bolle kant van het silliconen bolmatje of de kommetjes (als u kommetjes gebruikt: vergeet niet om ze van tevoren in te vetten). Bak het bladerdeeg op 185 ⁰C, ca. 20-30 minuten, tot het mooi goudbruin en gaar is. Laat afkoelen.

Maak voor de Zwitserse room een papje van de suiker, het custardpoeder en een scheut melk. Snijd het vanillestokje open en schraap het merg eruit. Breng de resterende melk aan de kook met het vanillemerg én het vanillestokje.

Neem de pan van het vuur en voeg een kleine hoeveelheid warme melk toe aan het custardpapje. Roer goed door en voeg al roerende de rest van de melk toe. Giet alles terug in de pan, plaats de pan weer op het vuur en laat de room even goed doorkoken. Giet de room uit op een plaatje of een ondiepe schaal en laat afkoelen. Dek af met plasticfolie om velvorming te voorkomen.

Roer de afgekoelde banketbakkersroom los. Spatel een beetje van de slagroom door de banketbakkersroom, en vervolgens ook de rest.

Verwarm de gelatine met een klein beetje aanhangend water in een pannetje tot hij is opgelost en roer dit goed door het roommengsel.

Vul een spuitzak zonder spuitmondje met de Zwitserse room en vul de bladerdeegschelpen hiermee. Verdeel hier speels de vruchtjes over. Als u ze afsmeert met een beetje verwarmde abrikozenjam, gaan ze mooi glanzen.

(Bron: Robèrt van Beckhoven)

Geef een reactie