Tuinkersstamppot van Janny van der Heijden
Publicatiedatum: 10 februari 2020
Dit recept komt uit een oud kookschriftje. Het is oud en toch weer modern. De stamppot is lekker met een gebakken kaasplak, spekjes, kabeljauwfilet of met Hollandse garnalen. Warm deze laatste niet te lang in de boter, want anders worden ze taai. Verwarm de boter, breng deze op smaak en voeg pas vlak voor het serveren de bieslook en garnalen toe.
Janny maakt niet alleen tuinkersstamppot met garnalen maar ook een ‘vergeten’ toetje: citroen-karnemelk gelei. Dit toetje kunt u naar eigen smaak aanpassen. Voeg wat meer of minder suiker toe afhankelijk van de hoeveelheid citroen. Varieer eventueel met limoen.
Ingrediënten:
Voor de tuinkersstamppot:
- Ongeveer 800 gram geschilde aardappels
- bouillonpoeder
- 2 doosjes tuinkers
- wat melk of bouillon om de aardappelpuree wat te verdunnen
- lente uitje of mosterd
- boter
- 100-125 gram garnalen
- 8-10 sprietjes bieslook
Voor de citroen-karnemelk gelei:
- 12 blaadjes gelatine (1 pakje)
- 850 milliliter boeren karnemelk
- 100 milliliter slagroom
- 2 citroenen, het sap van beide en schil van halve citroen
- 200 gram suiker
Bereidingswijze:
Van de tuinkersstamppot:
Kook de aardappels gaar in water met wat bouillonpoeder of met zout. Knip de tuinkers klein. Giet de aardappels af en stamp ze fijn. Maak met wat bouillon of melk een gladde puree en meng hier de tuinkers door. Breng op smaak met wat ringetjes lente-ui of mosterd.
Smelt boter in een koekenpannetje. Knip de bieslook klein. Meng vlak voor het serveren de bieslook en garnalen door de boter. Schep de stamppot op een bord en lepel er de garnalenboter over.
Van de citroen-karnemelk gelei:
Week de blaadjes gelatine minstens 15 minuten in ruim water. Pers de citroenen uit en verwarm het sap met de suiker en wat karnemelk, maar laat het niet koken. Roer tot de suiker is opgelost. Voeg nu een voor een de blaadjes gelatine een voor een toe en los ze in de warme vloeistof op. Neem de pan van het fornuis en schenk de oplossing in een kom om zo af te koelen. Voeg als de massa enigszins is afgekoeld al roerend in een dunne straal de rest van de karnemelk en room toe.
Spoel een vorm om met koud water en schenk de massa hierin. Lat in enkele uren opstijven op een koele plek. Hoe langer de gelei staat, hoe steviger deze wordt.
(Bron: Janny van der Heijden)