Smaak: hoe komt het dat we iets wel of niet lekker vinden?
Publicatiedatum: 26 september 2022
Over smaak valt niet te twisten, zegt men weleens. Spruitjes, witlof, haring, olijven, kaas en mandarijnen. De één vindt alles lekker, de ander is een moeilijke eter. Hoe komt het dat u iets wel of niet lust? En is smaak te trainen?
Smaakontwikkeling
Onze smaak ontwikkelt zich vanaf dat we kind zijn. In de 1e jaren van ons leven bepalen onze ouders wat we eten. Wanneer de ouders iets niet lekker vinden, dan is de kans groot dat het kind het ook niet lekker vindt. Ook omdat de ouders het dan nooit voorgeschoteld hebben aan hun kind. Ook heeft smaak een beetje met genen te maken. Vaak is in het DNA vastgelegd wat we wel en niet lekker vinden, zoals zoet, bitter en zout.
Verschillende factoren om iets lekker te vinden
Waarom we iets wel of niet lekker vinden heeft met veel verschillende factoren te maken, zegt smaakexpert Bob Cramwinckel in het AD. Niet alleen de zintuigen spelen hierin een rol. “Hoe het eten eruit ziet, waar je iets proeft, met wie je eet, de verwachtingen die je hebt van een gerecht. Je zintuigen proberen wel tegemoet te komen aan onze beléving van smaak. Ze staan in dienst van jouw ideeën en opvattingen. De scherpte van je zintuigen doet er niet toe.”
Volgens Cramwinckel zijn onze ogen de 1e waarnemers. “Wat we eten wordt vervolgens voor 90 procent via de neus geregistreerd: die doet het meeste werk. De mond bepaalt de structuur en de smaakpapillen ronden de smaak af. Een product ís niet lekker, het wordt lekker gevónden. Een mix van fysieke en psychologische componenten maakt wat je lekker vindt.”
Negatieve ervaring
Een nare ervaring kan zorgen voor een afkeer tegen een gerecht of product. Denk aan een voedselvergiftiging bijvoorbeeld. Uw lichaam waarschuwt u dan om het niet nog een keer te eten. Omgekeerd kunnen geuren en smaken juist ook herinneringen opwekken en het water u in de mond doen lopen.
Smaak trainen
Door de jaren heen verandert uw smaak wel. Smaakpapillen veranderen namelijk als we ouder worden. Daarnaast kunnen we onszelf ook trainen om iets lekker te (gaan) vinden. Hoe vaker u iets eet, hoe groter de kans is dat u het toch gaat lusten. De 1e kop koffie smaakt voor velen ook niet lekker en hetzelfde geldt voor wijn of bier. Door het vaker te drinken gaan we het lekker vinden.
Positieve ervaringen
Ook positieve ervaringen helpen om iets lekker te gaan vinden. Tijdens een gezellig avondje tafelen smaakt iets vaak lekkerder dan wanneer u alleen eet. Dat kan ook gelden voor een glas wijn of een biertje. “Lekker is een waardebeleving. Je ideeënwereld bepaalt hoe je iets ervaart en dat verandert voortdurend”, vertelt Cramwinckel in het AD.
Conclusie
Deels is het genetisch bepaald wat we wel of niet lekker vinden. Ook positieve en negatieve ervaringen helpen bij aan onze smaakbeleving. Maar we kunnen onze smaak wel trainen, door iets vaker te eten of drinken. Ook kan het helpen om iets in een andere setting dan eerder nog eens te proberen. Dat kan effect hebben op hoe iets smaakt.
(Bron: AD.nl, Libelle.be, Willem Wever, Cosmopolitan. Foto: Shutterstock)