Kip piri-piri van Janny

Piri-piri (Swahili voor rode peper) komt oorspronkelijk uit Amerika en is door Portugese zeevaarders naar Afrika gebracht. Daar werd het al snel deel van een kruidenmix, ook wel in de vorm van een olie. De Portugezen namen deze uit Mozambique en Angola mee terug naar Portugal waar het nu een populair ingrediënt in de nationale keuken is. Hieronder leest u het recept voor een heerlijke Kip piri-piri van Janny van der Heijden in Tijd.

Ingrediënten:

• 1 mooie braadkip
• 3 tenen knoflook
• 3 rode pepers
• 1 sjalot
• 1 citroen
• 2-3 theelepels gedroogde oregano
• 2 volle theelepels pimenton (spaans paprikapoeder)
• Evt. extra chilipoeder
• 3 eetlepels rode wijnazijn
• 100 milliliter olijfolie

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200 °C.

Pel de knoflook en maak de pepers schoon. Pel de sjalot en snijd in vieren. Snijd de knoflook en peper in stukken en doe ze met de sjalot in de mengkom van de blender. Rasp de schil hierboven en pers de citroen uit. Voeg het sap met de azijn, olie en rest van de kruiden bij de pepers. Mix tot een glad geheel.

Draai de kip op zijn ‘rug’. Voel in de kip waar de ruggengraat zit en zet een groot scherp mes direct hier tegen aan. Snijd dit voorzichtig door. De kip is nu half open. Snijd vervolgens de ruggengraat helemaal weg en spreid de kip uit. Geef een klap op de bovenkant om het borstbeen te breken. De kip is nu als het ware plat.

Wrijf de kip in met de piri piri en laat ongeveer 2 uur intrekken.

Leg een rooster op een braadslede waarin een laagje water is geschonken. Leg de kip op het rooster en plaats het geheel in de hete oven. Braad de kip gaar in ongeveer 50-55 minuten (afhankelijk van het gewicht van de kip).

Tip: Traditioneel hoort de kip eerst even in de grillpan een minuut of 5 te worden gegrild. Daarna gaat hij pas de oven in. De piri piri kan natuurlijk ook gebruikt worden voor kippenvleugeltjes of drumsticks. Pas in dat geval de oventijd aan.

Eet smakelijk!