Consument heeft te weinig waardering voor Nederlands voedsel en prijzen voor de boer
Publicatiedatum: 29 oktober 2018
Nederlandse consumenten kijken in de supermarkt vaak vooral naar de prijs bij het kopen van voedselwaren. Waar groente of fruit vandaan komt of hoeveel een boer krijgt voor bijvoorbeeld de melk en eieren die zij kopen houdt hen minder bezig. Als het aan regeringspartij ChristenUnie ligt gaat daar verandering in komen.
Buitenlandse producten goedkoper
Veel van het voedsel dat in onze supermarkten ligt is afkomstig uit het buitenland. Ondanks dat dezelfde groenten, fruit en zuivel hier ook geproduceerd worden, zijn dezelfde producten uit het buitenland vaak goedkoper. Dat is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook voor de Nederlandse boeren, zegt ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber. Zo worden er op grote schaal sperziebonen geïmporteerd uit Marokko, appels uit Nieuw-Zeeland en druiven uit Zuid-Afrika. Daarnaast is het van samengestelde producten vaak totaal onduidelijk waar die vandaan komen. Mayonaise is bijvoorbeeld gemaakt van eieren van opgehokte kippen in Oekraïne, terwijl de legbatterijen in Nederland al lang verboden zijn. Dik-Faber: “Intussen zijn de eierboeren in Barneveld de dupe.”
Producten uit Nederland
Dik-Faber wil daarom dat partijgenoot en minister Carola Schouten van Landbouw harde afspraken maakt met supermarkten over de promotie van producten uit eigen land. “Het gekke is dat de meeste Nederlandse producten, met hoge kwaliteit, weggaan voor de export”, zegt Dik-Faber. “Terwijl we veel voedsel importeren uit landen waarvan we vaak geen idee hebben hoe het zit met de standaarden voor milieu en dierenwelzijn.” Er wordt volgens haar vaak onterecht aangenomen dat producten uit eigen land duurder zijn, maar uit onderzoek van het Voedingscentrum blijkt dat een maaltijd met regioproducten uit het seizoen én volgens de Schijf van Vijf 50 cent goedkoper is.
Minder macht voor supermarkten
Dick-Faber wil dat de supermarkten minder macht krijgen. Als voorbeeld noemt zij aardbeien rond Kerst. “Wie verzint dat? Tot voor kort waren die er simpelweg niet, tot een grote supermarkt besloot ze in het schap te leggen. Zo worden consumenten gestuurd door de supermarkten.” Om duidelijk te maken waar producten vandaan komen, moet dat nog prominenter op het etiket komen te staan. “Daarvoor moeten de regels in Brussel worden aangepast”, zegt Dik-Faber. “Op het etiket zou ook moeten staan wie de producent is en wat de prijs is die aan de boer is betaald. Daardoor kunnen consumenten een betere keuze maken als ze voor het schap staan.”
Eerlijke prijs voor de boer
Hoe duur een pak melk is weten consumenten vaak wel, maar hoeveel van dat bedrag naar de boer gaat niet. Bij een pak melk van 90 cent is dat 33 cent, is te lezen in een artikel van Trouw. Aardappelboeren zijn nog slechter af. Voor een kilo aardappelen á 1,30 euro krijgen zij slechts 17 cent. Minister Carola Schouten vindt dat dat bedrag omhoog moet. Zij wil een eerlijke prijs voor de boer, zodat alle innovaties en voorgenomen verduurzaming ook daadwerkelijk door hen opgehoest kan worden. Supermarkten een verbod op stuntprijzen opleggen wil de minister niet, ze wil de consument bewuster maken.
#watkrijgtdeboer
Met haar ministerie wil Schouten advertentieruimte inkopen in kranten, om naast de stuntprijzen van de supermarktketens ook duidelijk te maken wat er voor de boer overblijft. “Dan wordt de consument aangezet om na te denken: wil ik bij de supermarkt zijn waar ik het minst betaal, of wil ik die paar cent extra betalen, zodat de boer ook nog wat krijgt?” Land- en Tuinbouworganisatie LTO Nederland wil ook meer besef bij de consument. Op maandag 29 oktober 2018 wordt de campagne #watkrijgtdeboer afgetrapt. Op sociale media laat de boerenbelangenorganisatie aan de hand van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Universiteit Wageningen zien welk deel van de supermarktprijs uiteindelijk terechtkomt bij de producent.
Zo goedkoop mogelijk
“De consument stelt steeds meer eisen”, zegt een woordvoerster. “Niet alleen aan hoe het voedsel smaakt, maar ook hoe het geproduceerd wordt. De boer wil óók duurzamer en nog diervriendelijker produceren.” Daar is wel een hogere prijs voor de boer voor nodig. En daarvoor wijst de sectororganisatie niet alleen naar de supermarkten, maar vooral ook naar de consument. “Supermarkten zijn vaak verwikkeld in een flinke concurrentiestrijd.” De consument wil zo goedkoop mogelijk uit zijn. “Door inzichtelijk te maken wat de boer of teler krijgt, hopen we dat de consument straks ook aan hen denkt, als hij een pak melk koopt.”
Minder vlees
Op het gebied van vlees is de Nederlandse consument al bereid wat meer te betalen als het milieu daarmee gespaard wordt. Dat blijkt uit een onderzoek dat bureau Kieskompas heeft gedaan op verzoek van Greenpeace. Er hebben 4730 mensen aan het onderzoek meegedaan. 70 procent vindt dat voor de natuur meer moet worden geïnvesteerd in biologische veehouderij. 59 procent vindt dat biologische productie moet worden verhoogd, zelfs als het voedsel daardoor duurder wordt. Ruim de helft van de Nederlanders vindt daarnaast dat de veestapel mag worden ingekrompen als dat helpt om de uitstoot van broeikassen te verminderen. 54,1 procent van de ondervraagden vindt het goed het aantal koeien, varkens en kippen in de veehouderij terug te dringen. Een kwart is het daar niet mee eens. Verder is ruim twee derde van de deelnemers aan het onderzoek bereid minder vlees te eten om het milieu te ontzien.
(Bron: Trouw, AD, ANP)