Groenteboer verdwijnt, maar niet van de markt

Terwijl veel groenteboeren hun winkels moeten sluiten, doen kramen met groente en fruit het juist enorm goed op de markt. In 10 jaar tijd is het aantal kramen dat deze goederen verkoopt fiks toegenomen, ten koste van de kramen die kleding of fournituren verhandelen.

Meer eten, minder textiel

Dat de groente- en fruitkramen het goed doen, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Zij vergelijken het marktaanbod van 2007 met dat van 2017. Hieruit blijkt dat op markten in Nederland zo’n 500 minder kramen staan die zaken als textiel, tweedehands spullen of fournituren verkopen. Ook zijn er 7 procent minder marktkooplui die planten aanbieden. In plaats daarvan zijn er meer verkopers van groente en fruit bijgekomen. In 2007 staan er 865 kramen met dit soort voedsel op de markt tegenover 915 in 2017. Opvallend is dat het aantal winkels dat groente en fruit verkoopt juist met 30 procent is gekrompen. Zij kunnen de concurrentiestrijd met de supermarkten vaak niet winnen. Daarnaast is de populariteit van kramen waar noten, kaas, vis of snoep wordt verkocht toegenomen. Hiervan zijn er momenteel 50 procent meer dan in 2007. Deze verschuivingen komen door het veranderende vraag vanuit de consument. Zo wordt kleding steeds vaker online gekocht.

Noord-Holland voert de lijst aan

De meerderheid van alle marktkramen, of ze nou voedsel of textiel verkopen, staat overigens in Noord-Holland. Zuid-Holland volgt op de voet. De grootste algemene stijging van het aantal marktkramen is toe te schrijven aan Limburg; daar staan anno 2017 bijna 16 procent meer kramen dan in 2007.

Gaat u graag naar de markt?

(Bron: woordvoering CBS, CBS, ANP)