Deel 4: Jonge en oude wijn

In de zeventiende eeuw werd alle wijn jong gedronken, maar met de komst van de kurk kon de wijn steeds beter bewaard worden. Daarmee opende er zich een wereld van mogelijkheden, want wijn van hoge kwaliteit bleek nog mooier te worden door langere rijping.

Waarom bewaren?

Tegenwoordig wordt wijn ook vaak jong geschonken, zeker driekwart van alle wijn, vooral witte wijn en rosé. De wijn langer bewaren, gebeurt om tot een mooiere smaak te komen, tijdens het bewaarproces in de kelder wordt de wijn langzaam maar zeker ontdaan van harde zuren en komt ie meer in balans.

Wijnkelder

De wijnkelder is een koele, donkere ruimte met een constante temperatuur – 11 á 12 graden- zodat de wijn niet aangetast wordt door invloeden van buitenaf, zoals tocht, licht en warmte. Het bewaren heet lageren.

Decanteren

Oudere wijn kan gedecanteerd worden in een speciaal daarvoor gemaakte karaf. Door de wijn over te schenken komt er in één klap zuurstof bij en gaat de wijn ademen. De geur en de smaak komt vrij.

Bewaren of drinken?

Alleen de grote witte wijnen kunnen meer dan 4 jaar bewaard worden, sommige witte Bourgognes kunt u bijvoorbeeld gemakkelijk 5 tot 7 jaar bewaren. De meeste wijn van de supermarkt en slijter moet u vooral jong drinken.

Wat zijn nu goede wijnjaren? Er zijn jaren dat de oogst mager is of zelfs mislukt, dit wordt vaak veroorzaakt door negatieve weersinvloeden. Maar het is onmogelijk alle goede en slechte jaren te onthouden. Vaak staat op het etiket vermeld binnen welke tijd de wijn het beste gedronken kan worden en in een gespecialiseerde wijnwinkel kunt u advies vragen. In deel 5 zullen Florien en Petra uitleggen hoe het wijnproeven in zijn werk gaat. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.