Deel 4: Verschillende slagjes
Om zelfstandig liedjes te kunnen spelen op de ukulele, moet u verschillende slagjes kennen. Een slagje is niets anders dan een maat met een ritme en tempo. Zet uw ringvinger op het derde vakje van de onderste snaar. Maak met uw rechterhand het slagje, doe dit door de klokjesbeweging te maken uit deel 3.
Soorten slagjes:
- De vierkwartsmaat, 1 2 3 4: sla de snaren aan van boven naar beneden terwijl u tot vier telt. Met uw slaghand bepaalt u nu eigenlijk de maat.
- Een paardengalopje: down up down up down up down,1e 2e 3e 4e. Let er op dat u de rechterhand de hele tijd in een vast tempo op en neer beweegt. Of u de snaren nu wel of niet raakt. Voor wat afwisseling kunt u zelf accenten leggen op een van de getallen.
- Down down up up down up 1 2 3 4: dit is in het begin een lastig slagje maar als u hem eenmaal te pakken heeft, vergeet u hem nooit meer. Oefen dit op uw gemak, dan zult u het onder controle krijgen.
Tip: naald en draad
Door een beweging te maken van naald en draad leert u deze slagjes goed te maken. Doe alsof u met een naald door uw stof heen gaat, door deze beweging kunt u makkelijker 2 keer omhoog een slagje maken.
Slagjes worden pas echt leuk om te spelen als u ook een paar akkoorden kent. In deel 5 leert u hoe u akkoorden leest. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.