Deel 6: Ordenen en opbergen
Hoe kunt u het best ordenen en opbergen? Hoe richt u uw opbergruimte zo in dat u meteen weet wat waar ligt?
Tips
- Berg op in categorieën: wat hoort bij wat?
- Berg gebruiksvoorwerpen op, op de plaats waar u ze ook daadwerkelijk gebruikt;
- Bundel kleine spullen in kleinere mandjes, bakjes of potjes;
- Creëer mogelijkheden voor het opruimen van zaken die vaak rondslingeren: een schaal voor de sleutels of postbakjes voor losse papieren.
Voorraad
Te volle kasten? Kijk eens naar uw voorraden. Op welke manier kunt u ruimte creëren door minder spullen op voorraad te hebben?
Oude potjes, poetslappen, plastic zakken: hoeveel heeft u er echt nodig? Doe de rest weg. Vul maximaal 75% van uw kastruimte: u moet de ruimte hebben iets te pakken, zonder de hele kast overhoop te hoeven halen.
ABC-principe
Een handige manier om te bepalen waar u spullen opbergt, is het ABC-principe:
- A: Spullen die u dagelijks gebruikt, moeten voor het grijpen liggen.
Op een A plaats dus. - B: Zaken die u minder vaak gebruikt, kunnen hoger of lager liggen. Op een B plaats dus, waarvoor u moet bukken of reiken.
- C: Spullen die u zeer weinig gebruikt, zet u op zolder of in de schuur. Op een C plaats dus, waarvoor u moet lopen.
Bovenstaande principes zijn heel goed door te voeren in de keuken. In deel 7 gaat u deze opruimen. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.