Duur 04:00
Gepubliceerd op 25 maart 2016

Deel 1: Diafragma, sluitertijd en ISO

Sluitertijd, diafragma en ISO zijn de drie belangrijkste instrumenten waarmee u kunt beïnvloeden hoe een foto eruit komt te zien.

Sluitertijd

Hoe lang de sensor in uw camera wordt blootgesteld aan licht, bepaalt de sluitertijd. Een lange sluitertijd kan voor bewegingsonscherpte zorgen.

Diafragma

Het diafragma in de camera bepaalt hoeveel licht de film of digitale sensor bereikt. Het diafragma wordt bepaald in f-waardes.  De hoeveelheid licht die op de sensor valt, bepaalt hoeveel scherptediepte er in de foto zit. Scherptediepte is de afstand waarbinnen het onderwerp op de foto scherp wordt weergegeven.

ISO

Naast de sluitertijd en het diafragma is er nog één element op uw digitale camera dat de belichting beïnvloedt. Dit is de ISO waarde. Met de ISO kunt u de lichtgevoeligheid van de sensor in uw camera bepalen.

Draaiknop op camera

Op de bovenkant van de camera zit vaak een draaiknop waarmee u door de verschillende modi kunt schakelen. Hieronder vindt u een kort overzicht van de verschillende mogelijkheden.

  • Vierkantje – Sluitertijd en diafragma worden automatisch bepaald.
    Deze modus gebruiken we niet. U bent dan niet de baas over uw camera.
  • P – Ook bij deze modus bepaalt de camera diafragma en sluitertijd.
  • S – Sluitertijd voorkeuze. Sluitertijd stelt u zelf in, de camera bepaalt het diafragma.
  • A – Diafragma voorkeuze. Diafragma stelt u zelf in, de camera bepaalt de sluitertijd.
  • M – Manueel. Zowel sluitertijd als diafragma stelt u zelf in.
    Deze modus gebruiken we in de cursus.

In deze manuele instelling is het handig eerst meer te weten te komen over het meten van licht om de juiste belichting te kiezen en de verschillende manieren om scherp te stellen. Dit laat Jeroen in deel 2 zien. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.

Geef een reactie

Reacties (2)

    de zon says:

    Aardig om dit te ontdekken.

Bekijk ook

Meer