Deel 6: Tomaten en aardappelen
Tomaten groeien in trossen aan planten. De meeste tomatenplanten hebben ondersteuning nodig in de vorm van een stok.
Hoe kweekt u tomaten?
- Tomaten zaait u vanaf half mei in de volle grond.
- Plant de tomatenzaadjes 45 centimeter uit elkaar.
- Bedek de zaadjes met aarde, zodat ze 0,5-1 centimeter diep komen te liggen. Aarde niet aandrukken!
- De plantjes komen na ongeveer anderhalve week voor het eerst boven. Zet dan een flinke stok naast de plantjes.
- Zorg voor voldoende water en voeding. Houdt uw tuin onkruidvrij.
- Tomaten zijn na ongeveer 10 weken te oogsten.
Wat is dieven?
Een tomatenplant heeft de neiging om heel gauw groot te groeien. Voor u het weet heeft u niet meer een plant, maar een struik. Hoe meer takken en meer blad, hoe minder vruchten er aan de plant komen. Daarom is het belangrijk om de kleine scheutjes, die vanuit de bladokseltjes groeien, te verwijderen. Dat wordt ook wel dieven genoemd. Zorg ervoor dat u die scheutjes al vroeg van de stengel plukt, anders laat u bij het verwijderen een te grote ‘wond’ achter op de stengel. Hierdoor wordt de plant juist heel kwetsbaar.
Aardappelen kweken
Een aardappelplant groeit uit een aardappel. Bent u van plan uw eigen aardappelen te poten, gebruik hier dan een pootaardappel voor. U herkent de aardappel aan de kleine scheutjes die uit de aardappel steken.
Hoe poot u aardappelen?
Maak een gleuf (u noemt dit ook wel een voortje) van 10 cm breed en 5 cm diep. Leg de aardappelen op een rij in de voor met een afstand van 33 cm tussen de knollen. Zorg er hierbij voor dat de kiemen naar boven wijzen en niet afbreken. Bedek vervolgens de plant voor en de aardappelen met 10 à 15 cm grond, zodat er een langwerpige heuvel ontstaat.
Na een paar weken komen de eerste blaadjes boven de aarde. U zult de stengels misschien met stokjes moeten ondersteunen om te voorkomen dat ze gaan hangen. Bij te weinig zonlicht of te hoge temperaturen, vormen aardappelplanten namelijk langere stengels en kleinere blaadjes.
Wanneer oogst u aardappelen?
De moederknol, de aardappel die in de grond is gestopt, maakt boven de grond stengels en bladeren en onder de grond wortels en stengels. Alleen aan die ondergrondse stengels, groeien na een paar maanden kleine knollen: de nieuwe aardappelen. Als de bloemen uitgebloeid zijn en de bovengrondse stengels verdorren, is het tijd om de nieuwe knollen (aardappelen) te oogsten. Doe de omringende grond weg of trek voorzichtig aan de verwelkte stengeldelen.
Behalve water geven, onkruid wieden en dieven heeft u weinig omkijken naar tomaten en aardappelen. In deel 7 maken we de overstap naar zoete lekkernijen voor in je moestuin: aardbeien, frambozen en druiven. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.