Deel 6: Stiksels

Een leuke manier om uw kleding een heel andere look te geven, is het naaien van stiksels. Mechteld laat zien hoe u dit aanpakt.

Vlieseline

• Was het T-shirt van tevoren om achteraf krimpen te voorkomen.
• Vóór het stikken van een T-shirt verstevigt u de tricotstof met vlieseline. Tricotstof rekt namelijk en zonder vlieseline loopt uw naaimachine heel snel vast. Met vlieseline haalt u de rek uit het T-shirt.
• Vlieseline heeft een vlakke kant en een plakkant. U tekent het ontwerp op de vlakke kant (de niet plakkant).
• De vlieseline moet met de plakkant aan de binnenkant van het T-shirt gestreken worden. Draai hiervoor het shirt binnenstebuiten.
• Voor het opstrijken van vlieseline zet u de strijkbout op katoenstand. U strijkt vlieseline in 10 tot 20 seconden vast. Geef extra aandacht aan het vaststrijken van de hoekjes!

Naaimachine

• Om te stikken op een T-shirt is het handig om de vrije arm van de naaimachine te gebruiken. Door de arm vrij te maken, kunt u het hele T-shirt eromheen schuiven.

Aan de slag:

1. Kies een onderwerp uit. Teken dit onderwerp op een blaadje en knip het uit. Mechteld maakt als voorbeeld een ‘negen’.
2. Trek dit onderwerp met kleermakerskrijt om op de vlieseline.
   Let op!
   Bij cijfers en letters moet u erop letten, dat u de afbeelding in spiegelbeeld over moet trekken op de vlieseline!
3. Knip het ontwerp met een flinke ruimte eromheen uit de vlieseline en strijk dat op de binnenkant van het T-shirt.
4. Stik op de naaimachine met een rechte stiksteek de vorm rond. (Door de vlieseline merkt u direct dat de machine niet vastloopt, maar lekker doorstikt.)
5. Stik eerst de hele rand van het onderwerp. Stik daarna met een klein zigzag steekje vrijer en losser opnieuw langs de vorm. U kunt gaan spelen met de breedte en de afstand van de steken.
6. Vul het ontwerp (bijvoorbeeld de ‘negen’) met stiksels. U hoeft nu niet meer aan de achterkant te blijven, maar kunt aan de voorkant werken. Dan ziet u direct wat het resultaat wordt.
7. Voor een speels karakter stikt u met een gewone stiksteek alle kanten uit. Stik ombeurten heen en met de terugknop weer naar achteren. Verplaatst uw lijn steeds iets, maar blijf binnen de eerder gestikte vorm. Stop tussendoor even als u de naald een heel andere richting wilt geven. Neem een beetje grote steek en let erop dat de vorm waarbinnen u stikt helemaal vrij ligt. Controleer ook steeds tussendoor of u geen plooien in het T-shirt stikt.
   Het resultaat van Mechteld: een speelse negen op een shirt waarbij het net lijkt alsof er met een balpen in gekrast is.

Een stiksteek is leuk, maar naaimachines hebben vaak ook leuke siersteken. In deel 7 gaat u deze ontdekken. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.