Deel 10: Knopen
Met knopen kunt u heel veel leuke dingen doen. Bewaar daarom altijd de afgevallen knopen en reserveknoopjes, haal knopen van iets dat u weg gaat gooien af en loop de ‘knopenkoopjes’ af.
Hoe naait u een knoopje aan?
- Neem een dubbele draad en maak aan het uiteinde een knoopje. Haal de luskant door de naald.
- Steek de naald vanaf de achterkant van de stof in. Trek de draad aan tot aan het knoopje.
- Maak een paar steekjes door de knoop en de stof heen.
Omdat u een dubbele draad heeft, hoeft u niet zo vaak in te steken. - Hecht met een paar stiksteekjes af aan de achterkant van uw werk. De knoop zit erop.
Patronen
- Neem de tijd om patronen te maken met knopen. Mechteld doet het voor en legt een patroon met knopen op een grijze effen tas. Hetzelfde idee kunt u ook op bijvoorbeeld een T-shirt toepassen.
- Teken zodra het idee gelegd is met kleermakerskrijt de contouren van het ontwerp om. Zo bepaalt u het vlak waarbinnen u de knoopjes daadwerkelijk gaat vastnaaien.
- Als het ontwerp in uw hoofd zit en uw werkvlak is afgetekend, haalt u alle knopen er weer af en kunt u rustig op de bank één voor één de knopen vastnaaien. Een half uurtje werk als u doorwerkt.
Een oud vestje
Een oud vestje pimpen met knoopjes kan op verschillende manieren:
- Stik uiteenlopende knoopjes langs de knoopbies. Zo ontstaat er een leuk kleurengamma.
- Neem verschillende knopen in uw handen en strooi ze uit over de plek van het vestje waar u ze hebben wilt. Vervolgens stikt u ze één voor één vast.
Zijn de knopen die u heeft bewaard een beetje saai? Daar kunt u iets in doen. In het volgende deel kunt u zien hoe u uw knopen kunt stofferen. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.