Deel 2: Opzetten en lossen haken
Er zijn twee manieren om u haaknaald vast te houden: als een pen of als een mes in uw hand, maar u kunt prima voor alle soorten haakwerk dezelfde haakhouding gebruiken. Het is maar net wat u zelf het prettigst vindt. Als u uw manier heeft gevonden, kunt u aan uw eerste project beginnen: een ketting met kralen. Ofwel de basis van het haken: een opzetlus, een losse en een losse met kralen. Het patroon kunt u hier downloaden.
Opzetlus:
De eerste steek maakt u als volgt:
- Maak een lus en haal met de haaknaald de draad van de bol daar doorheen.
- Trek tot slot de lus een beetje aan.
Een losse:
- Maak eerst een opzetlus.
- Sla de draad van de bol om de haaknaald heen (= een omslag) en trek de draad door de lus. Herhaal steeds stap 2 om een ketting van lossen te maken.
Een losse met kraal:
- Rijg eerst de kralen aan de katoendraad.
- Haak een aantal lossen. Schuif een kraal tegen uw haakwerk aan en maak dan een omslag. (U heeft dus eerst een kraal en dan een omslag.)
- Haal de draad door uw lus. De kraal is nu meegehaakt.
De opzetlus en de losse heeft u onder de knie. Als u ook vasten kunt haken, kunt u ook lapjes haken. En daar kunt u dan bijvoorbeeld een mobielhoesje van maken. Hoe dat moet leggen Eliane en Janin uit in deel 3. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.