Duur 03:20
Gepubliceerd op 25 mei 2016

Deel 2: Portretbelichting

Sluitertijd en diafragma zijn belangrijk voor de belichting van een foto. Pas als beide goed zijn ingesteld, kunt u een mooie foto maken.

Diafragma

Het diafragma in de lens bepaalt de hoeveelheid licht die door de lens van de camera valt. Het is hetzelfde principe als de iris van uw oog, die ervoor zorgt dat uw pupillen groter worden in het donker. Is er veel licht, maak dan het diafragma kleiner. Is er weinig licht, zorg dan voor een groot diafragma. Het diafragma wordt aangeduid met het zogenaamde f-getal. Hoe lager het f-getal, hoe groter de opening van het diafragma en hoe meer licht er in de camera kan komen.

Sluitertijd

Met de sluitertijd regelt u hoe lang de sluiter van de camera open staat. Zolang de sluiter open is, valt er licht in de camera. Dit kan heel kort zijn, bijvoorbeeld een duizendste van een seconde. Maar ook een lange sluitertijd is mogelijk, van bijvoorbeeld 1 of maar liefst 30 seconden. De sluitertijd is niet los te zien van de diafragmaopening. Als u het diafragma kleiner maakt, en er dus minder licht in de lens valt, moet u de sluitertijd verlengen.

Scherptediepte

Met het diafragma en de sluitertijd kunt u mooie scherptediepte-effecten bereiken. De scherptediepte is de afstand waarbinnen het onderwerp op de foto scherp wordt weergegeven. Het kan heel mooi zijn om bijvoorbeeld een glas drinken scherp te fotograferen met een onscherpe achtergrond.

  • Grote diafragmaopening: kleine scherptediepte: alleen het onderwerp is scherp, de voor- en achtergrond zijn onscherp.
  • Kleine diafragmaopening: grote scherptediepte: zowel de voor- als achtergrond zijn scherp in beeld.

D2 digitale fotografie

Met scherptediepte kunt u de aandacht van de kijker sturen naar een bepaald deel van de foto. Dat ziet u bij de foto’s van dit meisje met waterpistool. In de eerste foto is gebruik gemaakt van een klein diafragma: zowel meisje, achtergrond als waterpistool zijn scherp. In de middelste foto is gebruik gemaakt van een groot diafragma en is scherpgesteld op het gezicht. In de rechter foto is ook een groot diafragma gebruikt, maar is scherpgesteld op het waterpistool.

Flitsen

Soms moet u de flitser gebruiken om voor voldoende belichting te zorgen. Bij de belichting van een foto gaat het altijd over de hoeveelheid licht die op uw onderwerp valt. Bij portretfotografie is dat degene die u fotografeert. Als u uw onderwerp fotografeert bij tegenlicht, kunt u met een flits voorkomen dat iemand te donker wordt, als een silhouet.

Binnen heeft u vaak een flitser nodig, maar vaak wordt de achtergrond dan heel donker. De meeste camera’s kiezen automatisch voor een sluitertijd van 1/60 seconde. Het resultaat is dan een donkere achtergrond met lelijke harde schaduwen. Dit kunt u voorkomen door de sluitertijd te verlengen naar bijvoorbeeld 1/30 seconde of 1/15 seconde. De flits is dan niet de enige lichtbron voor de foto, al het aanwezige omgevingslicht in de kamer krijgt iets langer de tijd om de sensor te bereiken. Zo voorkomt u dat uw onderwerp helverlicht tegen een donkere achtergrond geplakt wordt. En de foto blijft toch scherp door het moment van de flits.

Als fotograaf bent u afhankelijk van lichtbronnen. Als die ontbreken, kunt u de instellingen van uw camera aanpassen om toch een mooie foto te maken. In deel 3 gaat Ton het hebben over ISO-waarden en het statief. Klik hier als u terug wilt naar het overzicht van de cursus.

Geef een reactie

Reactie

    de zon says:

    Goede tips wat betreft gebruik van de flits.

Bekijk ook

Meer