Zuid-Afrika
Nederland raakt aardig vol in de jaren 50. De gevaarlijke grens van 12 miljoen inwoners is in zicht. Daarom stimuleert de overheid iedereen die dat wil om te emigreren, onder andere naar Zuid-Afrika.
De jaren 50 is een tijd van herstel en wederopbouw, maar ook een onzekere tijd voor veel Nederlanders. Werkloosheid, woningnood en angst voor een nieuwe oorlog met de Russen. En Nederland raakt aardig vol, want de gevaarlijke grens van 12 miljoen inwoners is in zicht. Daarom stimuleert de overheid iedereen die dat wil om te emigreren, onder andere naar Zuid-Afrika.
Theo Mastenbroek woont al 68 jaar in Zuid-Afrika. Omdat vader de toekomst voor zijn zonen somber inziet, besluit hij in 1951 het geluk te zoeken in Zuid-Afrika. Omdat hij eerst werk en een huis moet vinden vertrekt vader alleen. Moeder en 4 zonen volgen 3 maanden later. Voor de kinderen is de bootreis een groot avontuur.
Jantje Vogel valt tijdens haar stage op een aantrekkelijke jonge man. Hij heeft het plan om naar Zuid-Afrika te emigreren en wil graag dat ze met hem meegaat. Maar de conservatieve ouders van Jantje kunnen haar nieuwe liefde niet waarderen.
Aart Reedijk is 7 jaar als hij samen met zijn ouders en 2 broers vertrekt uit Nederland. Aart komt samen met zijn familie in Krugersdorp terecht in het noorden van Zuid-Afrika. Vooral zijn moeder heeft een moeilijke tijd en kan niet wennen. Daarom gaan ze na 7 jaar terug naar Nederland. Na een aantal jaar op een bovenwoning in Schiedam, blijkt dat de familie zich niet meer thuis voelt in Nederland. Terug in Zuid-Afrika trouwt hij en krijgt Aart 2 kinderen.Als militair komt hij in de grensoorlog met Angola terecht.
Annie du Plessis zit in het bestuur van een Nederlands verzorgingshuis in Pretoria. Samen met vrijwilligers organiseert zij de jaarlijkse Hollandse dag waar meer dan 1000 bezoekers met Nederlandse wortels elkaar tegenkomt. Annie heeft moeite gehad om te wennen in Zuid-Afrika. Ze zit gevangen tussen twee culturen: de witte Afrikaner cultuur op school en thuis waar alles zoveel mogelijk Nederlands moest blijven.
Ineke Palthe vertrok samen met haar man Frits in de jaren 60 vanuit Rotterdam naar Zuid-Afrika: “We zagen het als een groot avontuur. We hadden helemaal niets en dat was in het begin ook niet nodig.” Door hard te werken hebben ze een succesvol bestaan weten op te bouwen. Ze krijgen 3 kinderen en zijn gelukkig in Zuid-Afrika. In 1992 slaat het noodlot toe als Ineke’s oudste zoon bij een roofoverval wordt vermoord. Er breekt een zware tijd als ook hun dochter met het syndroom van down een jaar later overlijdt. Haar man Frits kan het verdriet niet verwerken en wordt ziek.