Alcoholgebruik
Vroeger was een glaasje alcohol een uitzondering. In de jaren 60 dronken we in Nederland gemiddeld een half glaasje alcohol per dag. Het was iets voor speciale gelegenheden. Tegenwoordig is dat wel anders en drinken we ruim 2 glazen per dag. Dit is deels ingegeven door de toegenomen welvaart, maar alcohol is ook steeds ‘gewoner’ geworden.
Babyboomers
De 50-plussers van nu, de babyboomers, zijn opgegroeid in een maatschappij waarin alcoholgebruik volledig geaccepteerd is. Meer dan 80% van de Nederlanders drinkt alcohol. Alcohol is niet alleen meer voorbehouden aan speciale gelegenheden. Nederland kent naar schatting 150.000 probleemdrinkers van 55 jaar en ouder. Zeker voor gepensioneerden bij wie het vangnet van een werkritme verdwijnt, het contact met collega’s wegvalt en een zinvolle dagbesteding niet vanzelfsprekend is, gaan gezelligheidsdrinker soms ongemerkt over in probleemdrinkers.
Gevolgen
Alcohol geeft sneller schade dan u denkt. Delen van het lichaam gaan minder goed werken, zoals de hersenen, zenuwbanen, lever, slokdarm, maag, darmen, alvleesklier en het hart. Alcohol kan vermoeidheid veroorzaken en slecht slapen. Angst en somberheid, vergeetachtigheid en slechte concentratie zijn ook gevolgen van overmatig alcohol gebruik. Net als oprispingen, brandend maagzuur, diarree, aankomen of juist afvallen. Mannen kunnen zelfs last krijgen van verminderde vruchtbaarheid. Er is ook meer kans op bijvoorbeeld borstkanker of kanker in de mond en keel.
De hoeveelheid alcohol die goed is, hangt af van de leeftijd en het gewicht en of u man of vrouw bent. Het advies is om geen alcohol te drinken onder de 18 jaar, bij zwangerschap of borstvoeding. Voor vrouwen is het advies van de Gezondheidsraad niet meer dan 1 glas alcohol per dag. Voor mannen is dat niet meer dan 2 glazen per dag, maar ook voor hen gaat de voorkeur uit naar maximaal 1 glas. Ouderen verwerken alcohol minder goed en daarom is het advies niet meer dan 1 glas alcohol per dag te drinken. En drink ten minste 2 dagen in de week géén alcohol. Zo voorkomt u dat het drinken van alcohol een gewoonte wordt.
Stoppen met drinken
Als het lichaam gewend is aan een dagelijkse hoeveelheid alcohol, dan kunnen er tijdelijke klachten ontstaan bij stoppen. Dit zijn ontwenningsverschijnselen. Veelvoorkomende klachten zijn: humeurig, rusteloos of angstig. Ook hoofdpijn en slecht slapen, hyperventileren, trillen, zweten, hartkloppingen, tintelingen en duizelingen kunnen voorkomen. Ook kunnen de eetlust en stoelgang veranderen. Ontwenningsverschijnselen zijn vervelend, maar kunnen geen kwaad voor de gezondheid. Ze gaan binnen enkele weken vanzelf over. Afleiding en ontspanning, bewegen en sporten helpen in deze periode.
Stoppen met het drinken van alcohol heeft veel voordelen. U heeft meer energie en voelt zich daardoor veel fitter. Daarnaast heeft het over het algemeen een positief effect op het gewicht en is auto rijden nooit een probleem. In slaap vallen gaat makkelijker en u slaapt ook beter. De concentratie verbetert sterk en de bloeddruk daalt. Het geeft een gevoel van vrijheid, want u bent niet meer afhankelijk van alcohol!
Succesvol stoppen met alcohol
Wie wil stoppen met drinken, doet er goed aan dit effectief aan te pakken. Want terugvallen is heel makkelijk. Maak daarom van te voren een aantal afspraken met uzelf en uw omgeving. Schrijf deze afspraken op. Kies meteen een begindatum. Wacht niet op een gunstig moment, want er is altijd wel een reden om het weer uit te stellen. Bedenk alvast een leuke beloning voor als u het volhoudt. Vertel aan de omgeving dat u besloten heeft te stoppen met alcohol drinken en spreek af dat zij geen alcoholische dranken meer aanbieden.
Zorg dat er geen alcohol in huis is en koop in de plaats daarvan voldoende non-alcoholische drankjes, zoals vruchtensap of een lekkere thee. Bedenk een antwoord voor het geval iemand een glas alcohol aanbiedt, bijvoorbeeld: ‘Nee dank u, ik ben aan het minderen’. Of zeg dat u nog moet rijden.
Dit onderwerp is besproken in Tijd voor MAX op 10 februari 2016 en 3 maart 2015.