Vallende blaadjes
Publicatiedatum: 18 september 2017
We ontkomen er niet aan: de zomer is ten einde gekomen en de bomen gaan weer kleuren. De uitgestrekte bossen van het kroondomein rondom Paleis Het Loo biedt straks weer een palet van herfsttinten. De Oranjes zijn altijd erg verknocht geweest aan ‘hun’ natuurgroen, waarin uitgebreid gewandeld en geschilderd werd. En waar door kleine prinsen en prinsessen materiaal werd verzameld voor bijzondere werkstukjes.
Op de fiets
Paleis Het Loo heb ik altijd als mijn thuis beschouwd, schreef koningin Wilhelmina in haar boek Eenzaam maar niet alleen. Geen wonder: het paleis, zijn tuinen en de ruige Veluwse gebieden daarom heen, waren al eeuwen in haar familie. Het paleis is groot, maar niet té groot. In Wilhelmina’s tijd was het toen nog witte Loo een parel in het groen. De barokke tuin achter het paleis was in de tijd van Napoleon bedekt met een dikke laag aarde. Volgens de mode van die tijd maakten de rechte, geschoren haagjes plaats voor een landschapspark, met grote gazons, boomgroepen en slingerpaadjes. De formele tuin werd een romantisch paleispark. Vanuit haar vertrekken kon de koningin direct het grote gazon achter het paleis oplopen, het park in. Toen zij in 1948, na 50 (!) regeringsjaren, zich op Het Loo terugtrok voor een onbezorgde oude dag in de natuur, weerhield niets haar om lange tochten te maken. Wilhelmina’s laatste wandelingen in de buitenlucht maakte zij in haar geliefde azalea-laantje, maar toen zij nog over een betere conditie beschikte, zag men haar vaak in het paleispark, te voet, fietsend, of zittend in haar kleine men-wagentje met een paardje ervoor. Oude getrouwen hebben nog lang de verhalen verteld dat men achter een boom moest springen als de koningin in aantocht was. Men wist: het was háár park, en ook zorgen wij voor het onderhoud ervan, de koningin hoeft daarmee niet te worden geconfronteerd. Een bijzondere voorkeur had de oude koningin voor de herfst: “het is buiten een kleurenfeest!”, riep ze dan.
Koninklijk ‘spatwerk’
Het was tijdens de wandeltochten met haar vader, de oude koning Willem III, die op Het Loo overleed toen Wilhelmina 10 jaar oud was, dat zij het paleispark ging liefhebben. En net als elk ‘gewoon’ kind raapte zij in de herfstperiode allerlei belangwekkende natuurvondsten op: beukennootjes en takjes, maar vooral gevallen bladeren in de meest uiteenlopende herfsttinten. Nog wordt in de collectie van Het Loo haar kleine, essenhouten herbariumpersje bewaard, waar zij de gevonden bladeren in droogde. Maar zij raakte ook bedreven in het zogenaamde ‘spatwerk’. Gedroogde en platte blaadjes (vooral varenblad lijkt favoriet te zijn geweest), werden op eikenhouten dienblaadjes of leren portefeuilles gelegd en om ze vervolgens met een nat penseel te bespatten met verf. Wat na het drogen en het verwijderen van de blaadjes overbleef was een dromerige decoratie voor geschenkjes aan dames en heren van de hofhouding.
Herfst in olieverf
Het spatwerk waren de eerste koninklijke stapjes op weg naar het volwassen werk: schilderen met olieverf. De koningin ging tijdens de herfstmaanden regelmatig met haar schilderkist het park in. Ze schilderde de slotgracht van het laatmiddeleeuwse kasteel Oude Loo, of de oude beken die in de 17de eeuw nog water leverden aan de barokke fonteinen van Het Loo. De warme herfsttinten van de oude bomen, die zich in het water weerspiegelden hadden een grote bekoring. Aan haar moeder koningin Emma schreef zij in de herfst van 1933 vanuit Het Loo: “het weer is nu opgeknapt en na zonsondergang in het nagloren is nu alles in het park sprookjesachtig, dood of levend, ik moet het morgen schilderen”.
Een geliefd plekje was de Beeldenvijver, waarvoor de koningin even een stukje moest lopen. De vijver was in Wilhelmina’s tijd, en nu nog, een romantische vijver, omzoomd met glas en rododendronhagen. Aan de voet van een kunstmatig watervalletje had zij twee grote beelden laten plaatsen, die vroeger achter het paleis hadden gestaan. In 1922 maakte ze van deze beelden (mannen van marmer die de rivieren Rijn en IJssel voorstellen) een olieverfschilderijtje. Het is een schets, maar zoals vaker bij schetsen: het plezier in de herfstkleuren spat er van af!