Samenwonen met AOW
Publicatiedatum: 17 april 2016
Mijn vriendin en ik ontvangen allebei een AOW-pensioen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Onlangs kregen wij een controle van de SVB. Men vroeg zich af of wij samenwonen. Volgens de SVB zaten we op het randje. Wat zijn hiervoor de criteria?
Eerst: hoe zitten de regels in elkaar? De Sociale Verzekeringsbank is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Hoe hoog uw AOW-pensioen ook is, hangt af van uw woonsituatie. Voor alleenstaanden bedraagt de AOW 70 procent van het minimumloon. Als u met iemand samenwoont, bedraagt de AOW 50 procent. In 2 situaties is er sprake van samenwonen:
- U verblijft samen met iemand van 18 jaar of ouder meer dan de helft van het jaar in dezelfde woning en u deelt de kosten van het huishouden met elkaar.
- U zorgt voor elkaar.
Er zijn natuurlijk allerlei vormen van samenwonen. In de volgende gevallen komt u toch in aanmerking voor AOW-pensioen voor een alleenstaande:
- U verhuurt in uw eigen woning een kamer aan iemand, of u heeft een kostganger. Andersom kan natuurlijk ook: u huurt zelf een kamer of u bent kostganger bij iemand.
- U woont samen met uw kind, dat kan ook een stiefkind of pleegkind zijn. Als het om kinderen gaat onder de 18 jaar, krijgt u een AOW-pensioen van 90 procent van het netto minimumloon. Woont u samen met een kind boven de 18 jaar dan bedraagt het AOW-pensioen 70 procent van het minimumloon.
- U woont samen met uw kleinkind dat jonger is dan 18 jaar.
Tips
- Uw woonsituatie is dus heel bepalend voor de hoogte van uw AOW-pensioen. Wijzigt er iets in uw woonsituatie? Geef dan de wijzigingen door aan de SVB.
- Heeft u meer vragen over uw AOW-penisoen? Neem dan contact op met uw SVB-kantoor. Via de SVB vindt u de contactgegevens van het SVB-kantoor in uw regio.