Rembrandt op Het Loo
Publicatiedatum: 18 november 2019
Naast de bloemen- en kaashandel levert Rembrandt al eeuwen een belangrijk promotie op voor ons land. Over geen enkele Nederlandse kunstenaar is zoveel geschreven als over onze grootse meester van de Gouden Eeuw. Geen wonder dat ook het Oranjehuis altijd bijzondere belangstelling heeft gehad voor dit ‘visitekaartje’, wiens 350ste sterfdag dit jaar groots werd gevierd met tal van manifestaties en tentoonstellingen van zijn werk. Beroemd is de foto van toenmalig president Obama vóór de Nachtwacht, tijdens zijn bezoek aan ons land in 2014. Maar koningin Beatrix zag óók het belang van Rembrandts beroemde schuttersstuk, toen zij een jaar eerder voor het oog van de internationale pers haar laatste staatsiediner als regerend vorstin gaf.
Geen fotoshop
Het beeld van de koningin, omringd door familie en vele prominenten uit binnen- en buitenland, in de Eregalerij van het Rijksmuseum, met de hoofdtafel voor de Nachtwacht geplaatst, bracht twee iconen bij elkaar. Rembrandt en Beatrix. Of ging het misschien ging over iets waar we trots op kunnen zijn (Hollandse schilderkunst) en de toekomst (een nieuwe, jonge koning)? Een feit is nu eenmaal dat de Oranjes vanouds goed bekend zijn met het werk van Rembrandt. Voor stadhouder Frederik Hendrik heeft Rembrandt ooit maar liefst 13 schilderijen geleverd, waaronder een prachtige serie over de laatste dagen van het leven van Jezus. Rembrandt maakte ook een portret van de echtgenote van Frederik Hendrik, Amalia van Solms, dat niet heel lang in de familie bleef. Het portret hangt nu in een museum in Parijs. Waarschijnlijk vonden de Oranjes dat portret iets te veel ‘Rembrandt’… Rembrandts portret van Amalia’s gesloten mond vertoont een bitse trek en haar rode oogleden lijken wat gezwollen. In plaats van een mooie vrouw met gelijkmatige trekken, schilderde de grote meester de vrouw van de stadhouder waarschijnlijk hoe ze er werkelijk uitzag. Rembrandt deed duidelijk niet aan wat wij nu ‘fotoshop’ zouden noemen.
Van jachthuis tot kunstpaleis
Haar kleinzoon, de latere koning-stadhouder Willem III, was 18 jaar oud toen Rembrandt overleed. Voor zover wij weten hebben zij elkaar nooit ontmoet. Dat is spijtig, want de jonge Oranje-prins was zeer geïnteresseerd in de schilderkunst. Ook droomde hij over het aanleggen van een kunstverzameling. Paleis Het Loo werd zijn lievelingspaleis, dat hij jaarlijks enkele weken, soms maanden, als jachthuis bewoonde. Maar van een simpel jachthuis was al snel niet echt sprake. Het werd ingericht met kostbare meubelen en de wanden waren bedekt met duur damast. In de grote Galerij hingen de schilderijen van lijst tot lijst. Werken van grote namen, maar van de werken van Rembrandt uit de verzameling van zijn grootouders hier geen spoor, want na de dood van Frederik Hendrik erfden zijn in Duitsland wonende dochters de Rembrandts die ooit aan het Oranjehof waren geleverd.
Wilhelmina in de ban van Rembrandt
Geen Rembrandt dus op Het Loo. Of toch wel? Weer 200 jaar later, in mei 1897, maakten koningin-regentes Emma en de 16-jarige koningin Wilhelmina een reisje naar Wenen. Natuurlijk werden ook musea bezocht. Speciale belangstelling had de jonge koningin voor Hollandse meesters. Als koningin van Nederland was zij buitengewoon trots op wat de Nederlandse schilderkunst in de Gouden Eeuw had voortgebracht. Maar zelf zou zich als niet onverdienstelijk schilder gaan ontwikkelen. In het kunstmuseum Albertina raakte Wilhelmina helemaal in de ban van de etsen en tekeningen van Rembrandt, waarvan ze meteen enkele platen kocht. Thuis gekomen op Het Loo liet Wilhelmina de platen bij elkaar in 2 passe-partouts zetten en inlijsten in simpele eikenhouten lijsten. Ze kregen een plaats aan de wanden van de koninklijke slaapkamer.
Mee verhuisd
Het jaar erop zou Wilhelmina 18 jaar worden en staatsrechtelijk meerderjarig zijn. 50 jaar lang wijdde zij haar leven aan haar taak als regerend vorstin. Misschien dacht zij nog vaak terug aan de tijd dat de verantwoordelijkheden nog niet zo zwaar wogen, aan de tijd van de reis naar Wenen? Toen zij na haar troonsafstand een reeks kleine vertrekjes op Het Loo ging bewonen, richtte zij zich in met stukken die voor haar een bijzondere betekenis hadden gehad, afkomstig uit de diverse paleizen waar zij had gewoond. De platen van Rembrandt verhuisden uit haar oude slaapkamer mee naar het voorportaal van haar ‘flat’ en naar haar nieuwe slaapkamer, die ook haar sterfkamer zou worden.