Project Landjepik
Publicatiedatum: 2 februari 2016
Mevrouw Sülzle krijgt een gepeperde rekening van de gemeente, omdat zij 25 jaar geleden mét vergunning een schuurtje heeft geplaatst op gemeentegrond.
In 1989 heeft mevrouw Sülzle achterin haar tuin een schuurtje laten neerzetten. Ze had daarvoor destijds keurig een bouwvergunning gevraagd en gekregen van de gemeente Hilversum. Nu, 25 jaar later, zegt de gemeente dat het schuurtje voor een klein gedeelte op gemeentegrond staat. De gemeente is tot die ontdekking gekomen door luchtfoto’s van de omgeving over kadasterpapieren heen te leggen. De gemeente zet mevrouw Sülzle nu onder druk om het strookje grond waarop het schuurtje staat, te kopen. Kosten voor mevrouw: 1.500 euro inclusief notariskosten. Als mevrouw de grond niet kan of wil kopen, dan moet zij onmiddellijk het schuurtje afbreken en de grond aan de gemeente teruggeven. Mevrouw Sülzle heeft de gemeente laten weten dat er inmiddels toch wel sprake zal zijn van verjaring. De gemeente ontkent dat, omdat mevrouw Sülzle nog maar enkele jaren zelf eigenaar is van het huis met de tuin met schuurtje. Daarvoor was ze huurder.
Hoe zit dat juridisch?
De eigenaar van de grond waarop het schuurtje staat, is ook eigenaar van het schuurtje. Het probleem is dat het schuurtje zowel in de tuin als op gemeentegrond staat. Het schuurtje verplaatsen of doormidden zagen is geen optie. Er moet dus een keuze gemaakt worden: bij welk van de 2 percelen hoort het schuurtje? Dat wordt opgelost door vast te stellen met welk stuk grond het schuurtje praktisch gezien het meeste verbonden is. Doorslaggevend is dan dat het schuurtje alleen te betreden is via de tuin. Iemand van de gemeente zou dus alleen met toestemming van mevrouw Sülzle het schuurtje mogen betreden. Daarnaast staat het grootste deel van het schuurtje gewoon in de tuin. De conclusie is dat het hele schuurtje bij de tuin hoort. In het begin was de verhuurder eigenaar van het schuurtje. Toen mevrouw Sülzle het huis en de tuin kocht, werd zij daarmee ook de nieuwe eigenaar van het schuurtje.
Gedogen
Normaal gesproken mag de gemeente een vergoeding vragen voor het gebruik van de strook gemeentegrond. In dit geval is die mogelijkheid verjaard. Doordat het schuurtje er al meer dan 20 jaar staat, is automatisch een erfdienstbaarheid ontstaan. Dat betekent dat de gemeente moet gedogen dat mevrouw Sülzle een deel van het schuurtje op gemeente grond laat staan. Mevrouw Sülzle hoeft het strookje grond niet te kopen van de gemeente. Voor de erfdienstbaarheid hoeft ze ook niets te betalen. Alles kan dus gewoon blijven zoals het al 25 jaar is. De portemonnees kunnen gesloten blijven.
Herkenbaar? Meld u bij MAX Ombudsman!
De afgelopen jaren zijn veel meer gemeentes gestart met hun eigen ‘Project Landjepik’. MAX Ombudsman doet onderzoek naar de wijze waarop gemeentes dit doen. Wij zijn dan ook zeer benieuwd naar uw ervaringen. Meld die in ons spreekuur!