Paul Rem: de hoeden van Oranje
Publicatiedatum: 21 februari 2022
Binnenkort is het zover: Paleis Het Loo gaat weer open, na een jarenlange renovatie. Die was nu eenmaal noodzakelijk, want klimaatinstallaties waren verouderd en een grote hoeveelheid asbest moest worden afgevoerd. Vanaf 15 april 2022 zijn de bezoekers weer van harte welkom! De openstelling valt min of meer samen met het loslaten van de meeste maatregelen die de pandemie moesten indammen. Het ‘normale’ leven krijgt weer zijn gang. Maar komt er dan geen grote, feestelijke openstelling? Natuurlijk wel! Maar die vindt volgend jaar plaats wanneer ook de ondergrondse uitbreiding van het museum voltooid is en de nieuwe museumzalen zijn ingericht. Ik kan niet wachten! Maar intussen wordt veel werk verzet. Het is een tijd waarin we keuzes maken. Welke bijzondere objecten willen we laten zien? Welke foto’s en bewegende beelden? Het leidt tot inspirerende sessies, waarbij je weer eens oude beelden terugkijkt.
Kennismaking met prinses Juliana
Zo was ik toch weer verbaasd hoeveel mensen er op de been waren, toen in 1910 de éénjarige prinses Juliana haar officiële entree in Amsterdam maakte. In de Gouden Koets, en alleen met haar verzorgster, die er voor moest zorgen dat het prinsesje niet overstuur zou raken van het lawaai. Het ging niet om koningin Wilhelmina (die in een ander rijtuig reed), maar het ging op de toekomstige koningin die haar eerste openbare optreden in het hoofdstad des lands meemaakte! Het koninklijk gezelschap kwam aan op het Centraal Station en maakte een korte rit naar het Paleis op de Dam, over het Damrak. De starten en pleinen stonden volgepakt met mensen. Het gejuich moet oorverdovend zijn geweest. “Voor het vreeselijke gejoel was zij op ’t laatst niets bang meer. ’t Was ook snoezig om te zien hoe zij aldat hoerah geroep beantwoordde door zelve te wuiven met haar zakdoekje”, schreef haar verzorgster later.
Iedereen had iets op zijn hoofd
Tja, er was geen televisie, dus om het te geloven moest je er bij zijn. En de mensen aan de route hadden geen mobieltjes met camera’s, dus een historisch moment was echt een historisch moment dat ter plekke beleefd moest worden. Maar de beelden van die grootse intocht lieten mij ook iets anders zien. Namelijk dat er niemand was die níet iets op zijn hoofd had. Rijk of arm: iedereen had iets op zijn hoofd, een hoed of een pet.
Foto’s en filmbeelden van vroeger tonen aan dat de kentering pas laat op gang kwam en dat het eind jaren 60 niet meer gebruikelijk was met onbedekt hoofd naar buiten te gaan. Nu draag ik zelf graag een hoed of pet, en ook het Amerikaanse baseballpetje is een erkend cultureel verschijnsel geworden, maar iets op het hoofd dragen is toch ‘uit’. Waar het beslist niet ‘uit’ is, is bij de royals. Bij gala dragen koninginnen en prinsessen een diadeem, maar bij officiële bezoeken, en ook bij de meeste werkbezoeken, dragen zij een hoed.
Uitbundige exemplaren
Afgezien van een pet bij militair tenue, zien wij koning Willem-Alexander nooit met een hoed. Of het moet tijdens de paardenrennen te Ascot zijn (2019), waar de heren nu eenmaal bevolen wordt een hoge hoed op te hebben. En zelfs dan meen ik bij de koning een lichte aversie te bespeuren, want de hoge hoed van onze koning was zo’n beetje de laagste van alle herenhoeden die dag. Maar de show wordt toch altijd gestolen door de vrouwen. Koningin Máxima lijkt graag en hoed te dragen en zij deinst er niet voor terug uitbundige exemplaren te dragen. Omvangrijke exemplaren ook, die niet altijd in de smaak vallen bij de fotojournalisten, die ook graag een groot deel van het gezicht van de koningin zien, en niet alleen de kin.
Koningin van de hoeden
Maar de absolute koningin van de hoed is nog altijd prinses Beatrix, die, ook nu zij al bijna 10 jaar niet meer regerend vorstin is, bij officiële gelegenheden die overdag plaatsvinden, een hoed draagt zoals alleen zij dat kan. Haar moeder koningin Juliana had een uitgesproken hekel aan hoeden, maar ook zij begreep dat het hoofddeksel nu eenmaal onderdeel was van een koninginnen-uniform. Zij heeft altijd een hoed gedragen als de plechtigheid het min of meer vereiste. Haar dochter Beatrix daarentegen, lijkt altijd wel plezier te hebben gehad om de hoed in vorm en kleur tot een integraal onderdeel van haar gehele representatieve outfit te maken.
Te samen met de krachtige belijning van haar robe en het kenmerkende kapsel, vormde de hoed een soort van bekroning. En mogelijk verraadde het fascinerende vorm- en lijnenspel van de hoeden (die gaande weg al volumineuzer en gewaagder leken te worden) het beeldhouwtalent van de vorstin. Haar hoeden, van stof is van sinamay (opengewerkte sisal) zorgden voor een vertrouwd beeld. In elke menigte kon men zien: dát is de koningin. En de persfotografen waren ook zeer tevreden, want Beatrix’ hoeden lieten het gezicht vrij. Hoe een koningin tegelijkertijd een ambassadeur kan zijn. Van hoeden, welteverstaan.