Patrick Wessels: ‘Waarom we zweren bij ‘onze’ vitamine D – en waarom dat logisch is’
Publicatiedatum: 9 april 2025
De zon laat zich volop zien en dat is goed voor meer dan alleen ons humeur. Bij de eerste zonnestralen van het jaar hoort u het van steeds meer mensen: ‘Even naar buiten voor wat vitamine D’. En toch wordt ook het potje vitamine D-pillen nog niet opgeborgen in het keukenkastje. Want weer of geen weer, die slikken we trouw en het liefst dagelijks. Maar waarom eigenlijk?
Het is loyaliteit aan bepaalde producten, die vooral bij gezondheidsproducten vaak sterk is. We blijven trouw aan ‘onze’ vitamine D – vaak van een specifiek merk. Zelfs als de zon volop schijnt. En ondanks dat het misschien anders lijkt, is dat eigenlijk helemaal niet vreemd.
Vertrouwen op wat we kennen
Naarmate we ouder worden groeit de loyaliteit aan merken. Ten opzichte van jongere generaties zien we ouderen veel minder experimenteren. Dat komt door vertrouwen, dat groeit. En dat komt door de afnemende wens tot vergelijken en proberen. Omdat het eindeloos voelt. Liever bouwen we voort op wat zich al bewezen heeft. Een merk dat al jaren goed bevalt biedt een gevoel van zekerheid. Zoals onze favoriete supermarkt of de vertrouwde tandpasta.
In combinatie met gewoontegedrag creëert het een haast onbreekbare verbintenis. Iets dat we dagelijks doen nestelt zich in onze routines. Het slikken van een supplement is daar een goed voorbeeld van. Ons brein kiest de weg van de minste weerstand. Gewoonten vragen minder denkenergie dan het steeds opnieuw moeten kiezen of vergelijken.
Goed gevoel van controle
Bovendien draagt het slikken van vitamine D bij aan een gevoel van controle, over onze eigen gezondheid. Vooral op latere leeftijd voelt onze gezondheid belangrijker, dus ook de behoefte om daaraan actief bij te dragen. Zelfs als we weten dat we op zonnige dagen voldoende binnenkrijgen voelt het ‘niet slikken’ alsof we iets nalaten. Overigens is het voor vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar sowieso aan te raden om extra vitamine D te slikken.
Een kwartiertje zon op de handen en het gezicht is voldoende voor de dagelijkse dosis vitamine D. Toch is dat rationele besef minder doorslaggevend dan de emotionele geruststelling. Het potje op het aanrecht blijft daarom toch een sterke aantrekkingskracht hebben.
Positieve attitude
Ten slotte speelt het Mere Exposure Effect mogelijk een rol. Dit psychologische effect beschrijft hoe we iets meer waarderen, naarmate we het vaker zien. Of specifieker, de attitude ten opzichte van wat we vaker zien wordt automatisch positiever. Hoe langer we ‘ons merk’ vitamine D in huis hebben, hoe positiever we daarover denken. En hoe meer we daaraan gehecht raken. Ongeacht het effect van de seizoenen.
Dus, is het erg om trouw te blijven aan een potje vitamine D, zelfs bij zonnig weer? Zeker niet. En het is volkomen menselijk gedrag bovendien. Aan de andere kant is het goed om hier af en toe over na te denken. Doen we dit uit gewoonte, of is het werkelijk noodzaak? Zoek ook eens een bankje in het park op. Het is gratis vitamine D, minstens zo goed voor ons humeur en mogelijk heel gezellig met anderen die hetzelfde doen.
Consumentenpsycholoog Patrick Wessels combineert nieuwsberichten, wetenschappelijke artikelen en praktische tips, om dieper op de consumentenpsychologie in te gaan. Lees hier al zijn columns.
(Foto: Shutterstock)