Moet u in het tehuis uw smartengeld opeten?
Publicatiedatum: 15 maart 2016
Mevrouw Van der Zwet is 93 jaar. In 1989 heeft zij met haar man een vreselijk auto-ongeluk gehad. Haar man heeft daarbij het leven gelaten, mevrouw Van der Zwet heeft zelf ernstig letsel opgelopen. Ze heeft daarvoor smartengeld ontvangen. Ongeveer een ton in guldens. Het geld heeft ze altijd netjes bewaard.
Een paar jaar geleden werd mevrouw Van der Zwet opgenomen in een verzorgingstehuis. Voor haar verzorging moest ze een eigen bijdrage betalen. Vorig jaar (2015) schoot die eigen bijdrage ineens omhoog. Dat kwam door de wetswijziging die bepaalt dat u eerst uw eigen inkomen en vermogen moet aanspreken. Mevrouw Van der Zwet moest voortaan 1.700 euro per maand betalen. Het gevolg was dat ze in sneltreinvaart haar smartengeld er doorheen joeg. In lichte paniek belde ze naar ons spreekuur: konden ze zomaar haar smartengeld afpakken? Nee, dat kan niet. Smartengeld is bedoeld als een erkenning van de pijn en het verdriet dat is aangericht. En niet om de zorgnota’s mee te betalen. Om die reden moet smartengeld volgens de wet buiten beschouwing worden gelaten bij de vaststelling van de hoogte van de eigen bijdrage voor langdurige zorg.
Geen direct bewijs meer
Enige probleem: toen mevrouw verhuisde naar het verzorgingstehuis, had ze het grootste deel van haar bezittingen weg moeten doen. Zo ook haar letselschadedossier. Mevrouw Van der Zwet kon toen natuurlijk ook niet weten dat ze het ooit nog nodig zou hebben. Ze had nog wel foto’s van het autowrak en bewijzen dat haar man daarbij was overleden kon ze ook. Maar direct bewijs van het smartengeld: nee, dat had ze niet meer. De verzekeraar had het dossier al vernietigd. Natuurlijk, ze kon getuigen oproepen, maar het liefst wilde ze deze ellendige geschiedenis niet meer oprakelen. Het CAK, dat de hoogte van de eigen bijdrage vaststelt, nam daar geen genoegen mee. En dus bleef de eigen bijdrage torenhoog.
Principekwestie
Omdat we dit een principezaak vonden, startten we voor mevrouw Van der Zwet een bezwaarprocedure. Naar ons oordeel kan niet van deze dame worden verlangd dat ze alle ellende die haar 25 jaar geleden is overkomen, nu op haar oude dag weer moet oprakelen als bewijslevering. Genoegen moet worden genomen met het bewijs dat wél voorhanden is. Onlangs is mevrouw Van der Zwet volledig in het gelijk gesteld. Het complete smartengeldbedrag wordt nu met terugwerkende kracht buiten beschouwing gelaten. Ze krijgt 3.000 euro terug en haar eigen bijdrage gaat blijvend fors omlaag. Ze is heel blij. Vooral met het feit dat ze hierdoor is erkend in wat haar en haar man is overkomen.