Koningsdag

Koningsdag, een jonge traditie

Bij de inhuldiging van koning Willem-Alexander in 2013 werd het duidelijk dat wij afscheid hadden genomen van de ons zo vertrouwde benaming van onze nationale feestdag: Koninginnedag. Voortaan werd het ‘Koningsdag’, al bleven veel van de ingrediënten voor de viering op 27 april in grote lijnen dezelfde als de viering op 30 april onder koningin Beatrix. Het stramien bleef gehandhaafd:  de jarige en zijn gezin en zijn familie worden opgewacht door een vrolijke menigte en een nerveuze burgemeester en Commissaris des Konings van dienst. De wandeltocht van het hoge gezelschap voert langs alles waar de stad trots op is. De nationale viering van de verjaardag van het staatshoofd is meteen sterk staaltje city marketing, waarvan de betreffende gemeente nog lang hoopt te profiteren. Koningsdag of Koninginnedag: de verjaardag van ons gekroonde staatshoofd ligt verankerd in ons collectieve bewustzijn. Maar het feest heeft niet altijd in deze gedaante bestaan.

‘Prinsessendag’

Op Koningsdag pleegt altijd het ‘Oranjezonnetje’ te schijnen, maar de populariteit van ons Oranjehuis was niet altijd zo vanzelfsprekend. In de loop van de 19de eeuw raakte de koninklijke familie uit beeld. De norse koning Willem III bleef geliefd bij de ‘gewone’ Nederlanders, maar uit frustratie over het feit dat hij zo weinig koninklijke macht had, toonde hij zich weinig buiten de paleismuren. Toen hij in 1890 overleed zag de jonge weduwe Emma, die nu regentes werd voor het minderjarige koninginnetje Wilhelmina, zich voor de taak het Oranjehuis weer zichtbaar te maken voor het publiek. Er werden portretfoto’s verspreid en reizen door het land gemaakt. “Wij zijn er nog” was de leuze van het hof. Niet iedereen reageerde enthousiast, want inmiddels kon het socialisme ook in ons land op grote aanhang rekenen. Al voor de dood van de oude koning Willem III zagen liberale politici in de verjaardag van het prinsesje een kans de schijnwerpers weer op Oranje te richten. De verjaardag van de toekomstige koningin werd een aanleiding om zich weer rond te troon te scharen. Bij ‘Oranje’ moest men weer denken aan ‘toekomst’ en ‘eensgezindheid’.

Een sinaasappel na het zingen

Het was een pr-stunt en het werkte. Het eerste nationale Oranjefeest werd gevierd in 1885, op 31 augustus, de 5de verjaardag van prinses Wilhelmina. Niet in de hoofdstad of in de residentie Den Haag, maar in Apeldoorn, waar de koning en zijn gezin in de zomermaanden op Paleis Het Loo verblijf hield.  Koningin Wilhelmina heeft, vanaf haar inhuldiging op 18-jarige leeftijd, lang geregeerd, maar liefst 50 jaar. Veel oudere Nederlanders herinneren zich nog die laatste feestdag in de zomervakantie: Koninginnedag. Eerst feest en daarna weer naar school. In Apeldoorn leeft de herinnering nog lang voort van het defilé van de schooljeugd dat over de lange Loolaan trok, op weg naar het voorplein van Het Loo, om hulde te brengen aan Wilhelmina. Na het zingen van vaderlandse liederen namen de kinderen een sinaasappel in ontvangst, in het Frans een orange, sinds eeuwen het symbool van het Huis van Oranje.

Honden en lampenkappen

Koninginnedag bestond dus nog niet uit het bezoek van de jarige aan een feestvierende Nederlandse gemeente, onder het oog van de media. Die traditie is in 1981 in het leven geroepen door koningin Beatrix. Op Koninginnedag was de koningin zelf gewoon thuis, op Het Loo. De dag begon met de felicitaties van prins Hendrik en moeder Emma (tot hun beider overlijden in 1934) en van prinses Juliana. Daarna nam de koningin de vele gelukstelegrammen door van collega-staatshoofden en buitenlandse familieleden. En dan de cadeaus! Wat geef je aan iemand “die alles al heeft”? Dat kon variëren van verguld bronzen kandelaars en door haar moeder geborduurde kussens, tot tuinbeelden, een hondje en een gebeeldhouwde standaard voor landkaarten. Toepasselijke geschenken aan een vorstin van een (toen nog) wereldrijk. De burgemeester van Apeldoorn en bestuurlijke instanties van Rijk en provincie, stuurden grote boeketten in rieten manden die met linten waren versierd. Na het defilé van de schooljeugd was er een lunch. Vervolgens maakte de koninklijke familie in een open rijtuig een rit door het feestelijk versierde Apeldoorn. Koninginnedag werd afgesloten met een galadiner in de Grote Eetzaal van Het Loo.

De gewone Nederlanders vierden lange tijd Koninginnedag in hun eigen woonplaats. Dat veranderde toen koningin Juliana op Paleis Soestdijk op haar verjaardag (30 april) een defilé organiseerde voor álle Nederlanders, en niet alleen voor de plaatselijke schooljeugd. En met de tv-registratie erbij werd het feest op Soestdijk pas echt nationaal van karakter.

Nog steeds is het op Koningsdag gezellig in elke plaats, maar daar waar de koninklijke jarige is, daar is het dubbel feest!

Geef een reactie

Reactie

    oosterwijck says:

    Koningsdag, een jonge traditie van een oude poppenkast