Huisarts: vak van de toekomst
Publicatiedatum: 19 mei 2017
Na de middelbare school wist ik niet wat ik wilde worden. Na een tussenjaar in Amerika wist ik het nog niet. Met mijn pakket kon ik geneeskunde kiezen, dus waarom niet.
Veel te ontdekken
Mijn eerste jaar begon in 1967 met 500 studenten en de helft moest na dat eerste jaar afvallen. Die uitdaging leek mij wel wat. De studie bleek naast uitdagend ook erg leuk. Ik werd student-assistent op de virologie afdeling die net geopend was. Ik leerde hoe je virussen kon kweken in flesjes. De griepprik bestond toen al 20 jaar, maar het duurde soms weken voor je kon aantonen of iemand griep had gehad. Er viel nog veel te ontdekken.
Jeugdige overmoed
Nog leuker bleek het contact met patiënten. Tegenwoordig begint een medisch student daar gelijk in het eerste jaar mee, na een goede communicatiecursus, maar in mijn tijd mocht dat pas als coassistent, in het vijfde jaar. Hoe je dat moest doen werd ons niet verteld. Je keek de kunst een beetje af van je leermeester. Dat was altijd een medisch specialist in het ziekenhuis. De dokter was in de jaren 70 nog een autoriteit en dat gold zeker voor medisch specialisten. Als kind van de jaren 60 was ik nogal antiautoritair. Dat botste regelmatig. Toen ik mijn doktersbul kreeg, wilde ik weg uit die ziekenhuissfeer. Huisarts leek mij spannend en eigen baas zijn nog meer. Tegenwoordig moet je 3 jaar specialiseren tot huisarts, maar in 1974 hoefde dat nog niet. Met dat gewone doktersdiploma ging ik nachtdiensten doen in Enschede. Ik wordt nog wel eens zwetend wakker als ik daaraan terug denk, want het was onverantwoord. Jeugdige overmoed.
Geen dag spijt
De coassistentenbegeleider vond die keuze voor de huisartsgeneeskunde maar zonde (‘je kunt toch zo goed leren’). Ik heb er geen dag spijt van gehad. En ik had het tij mee: van een vak voor losers die geen specialist wilden worden, werd het tot het vak van de toekomst. De opkomst van de huisartsgeneeskunde was pas net begonnen. In 1966 werd de eerste hoogleraar huisartsgeneeskunde in Utrecht benoemd. Dat was professor Jan van Es, die naast huisarts in Apeldoorn ook directeur van het toenmalige Nederlands Huisartsen Instituut was.
Op 19 mei 2017 woon ik de onthulling bij van een herinneringsbord op de plek waar dat eerste Huisartseninstituut stond, op de Mariahoek in Utrecht. Ik heb veel te danken aan dokters als Jan van Es, die de huisartsgeneeskunde groot hebben gemaakt.