de koning en zijn kabinet

De koning en zijn kabinet

Sommige termen of uitdrukkingen zijn zo ingesleten in ons dagelijks woordgebruik, dat wij ons niet meer afvragen wat een woord oorspronkelijk betekende. Mijn buren kijken Netflix, maar ik lig in bed met een ‘etymologisch woordenboek’, een woordenboek waarin de herkomst van gewone, maar meestal bijzondere, woorden wordt verklaard. Echt, groot plezier! Laatst bleef ik hangen bij het woord ‘kabinet’. Nooit gedacht dat er zoveel betekenissen waren. Want een kabinet is een oude kast, een verzameling rare voorwerpen, en ook een regering, buiten de koning om. Officieel neemt de koning deel aan de regering, maar de ministersploeg en hun staatssecretarissen noemen we het ‘kabinet’. Maar dan komt de aap uit de mouw, want bij de oorspronkelijke betekenis van dit woord gaat het niet om de ministers, maar om de koning…

Schrijfkabinet

Een opbergmeubel, speciaal bedoeld voor het bewaren en tentoonstellen van mooie en zeldzame objectjes? Dat is een kunst-kabinet. Vaak zijn deze meubelen net zo kostbaar versierd als de voorwerpen die er in worden bewaard. De Oranje-stadhouders waren maar wat trots op de Hollandse vaart op exotische oorden. De schelpen, koralen, kokosnoten kregen een plekje in open vakken, terwijl kleine natuurwondertjes werden bewaard in de vele laadjes. Aan de buitenkant was het kunstkabinet versierd met inlegwerk van exotische houtsoorten, hoorn van schildpad of kostbare Japanse lak. Ook in de collectie van Het Loo bleef een kunstkabinet bewaard. Van buiten is het met ebbenhout belijmde kastje heel sober. Open je de deuren, dan is het een feest van kleuren, want alle laadjes zijn versierd met geschilderde paneeltjes. Een kunst-kabinet dus. Maar als de kast deuren van glas heeft, dan is het opeens geen kabinet meer, maar een vitrinekast… Een bureau op hoge poten met links en rechts een lade is een schrijftafel, maar staat boven op het schrijfblad een kastje, dan noemen wij het meubel al snel een schrijf-kabinet. Kortom, een kabinet is dus een moeilijk woord voor een afgesloten ruimte.

Nijlpaard van Willem V

En dat was maar goed ook, want soms zijn voorwerpen zo zeldzaam, dat je er een gebouw om moet zetten. Dat deed prins Willem V dan ook met zijn beroemde verzameling ‘gekke dingen’: wapens, kledingstukken, sieraden, Chinese vazen, fossielen, schelpen, koralen zeesterren, opgezette insecten, kreeften en een nijlpaard. Allemaal voorwerpen die voor ons niet meer zo zeldzaam zijn, maar in de 18de eeuw heel bijzonder waren. Ze werden dan ook uitgestald in het ‘Naturaliën-kabinet’ van de Prins van Oranje, een groot gebouw op het Haagse Buitenhof. Een kabinet is dus niet alleen een klein kastje, maar óók een gebouw als verzamelplaats voor speciale objecten. Een kunst-kabinet in het groot. Weinigen weten overigens, dat de officiële naam van het beroemde museum het Mauritshuis luidt: Koninklijk Kabinet van Schilderijen Het Mauritshuis. Het woord bestaat dus nog steeds!

Op bezoek bij de koning

Een kast, een gebouw. Maar er is nog een tussenvorm, want een kabinet is ook een vertrekje, het meest geheime kamertje van een vorst. Die betekenis van het woord kabinet stamt al uit de 16de eeuw, maar in het Frankrijk van de Zonnekoning komt het tot grote bloei. Lodewijk XIV van Frankrijk beschikte in al zijn paleizen over een reeks vertrekken waarin hij woonde én ontving: het appartement. De eerste kamers waren voor de ontvangsten. Maar als je een héél belangrijke hoveling was, een minister, of een buitenlandse vorst, dan mocht je de koning ook bezoeken in zijn verder weg gelegen ‘kabinet’. Dit was een klein vertrekje dat kostbaar was ingericht en waar de koning zich even kon terugtrekken. Even geen mensen om je heen. Een plek voor een belangrijk gesprek.

De Oranjes namen deze Franse mode meteen over in hun eigen Hollandse paleizen. Ook op Het Loo had koning-stadhouder Willem III een appartement. Aan het einde van de route door deze reeks kamers lag dan ook het mooiste kamertje: het privé-cabinet , met uitzicht op de fraaie barokke tuinen. De koninklijke secretaris schreef regelmatig in zijn dagboek, dat hij in het kabinet van Willem III ook wel eens een belangrijke vertrouweling van de vorst ziet. In een kabinet worden dus belangrijke zaken besproken. Zaken van landsbelang. En dan is de cirkel weer rond, want de hoogste dienaren van de vorst zijn de ministers. Politici die bij hun bezoek aan het paleis in het kabinet van de koning mogen komen om belangrijke zaken te bespreken, zijn dus mensen die wij nu kabinetsleden noemen! Gelukkig dat zij bij de ‘val van het kabinet’ niet de koning in de diepte meeslepen…

Geef een reactie